Accent- en tremawoorden/ schema werkwoordspelling

Nederlands
accentwoorden - tremawoorden 
werkwoordspelling
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
accentwoorden - tremawoorden 
werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

In deze les
  • Uitleg en oefeningen accentwoorden - tremawoorden 
  • Uitleg schema werkwoordspelling
  • Aan het werk met de opdrachten

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

trema meervoud
Klemtoon op de laatste klank? Schrijf een extra 'e' aan het einde
Om aan te geven dat je de letter apart uitspreekt
knie -> knieën
zee -> zeeën 

Klemtoon ergens anders? 
bacterie -> bacteriën
porie -> poriën 

Slide 4 - Slide

accent
  • Lang /
café, privé
  • Kort \
scène, crème, ampère
  • Klemtoon
Ik wil dát boek hebben!

Slide 5 - Slide

Welk woord is goed geschreven?
A
café
B
cafè

Slide 6 - Quiz

Wat is goed geschreven?
A
feëriek
B
fe-eriek
C
fëeriek

Slide 7 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
anti-aanbaklaag
B
antiaanbaklaag

Slide 8 - Quiz

Wat is goed geschreven?
A
financiëel
B
financieel

Slide 9 - Quiz


A
afvloeiïngsregeling
B
afvloeiingsregeling

Slide 10 - Quiz

Welke is correct geschreven?
A
comediënne
B
comédienne
C
comédiënne

Slide 11 - Quiz

goed
fout
radioactief
drieeenheid
alineaindeling
xtc-pil
zondagrust
radio-interview

Slide 12 - Drag question

A 4 formaat

Slide 13 - Mind map

goed
fout
politieauto
slaemmer
maximumsnelheid
groentenschotel
binnenzak
vakantie-oord

Slide 14 - Drag question

goed
fout
Onno's jas
Sanne's kind
Debbys hond
Kims neus
Max' verjaardag

Slide 15 - Drag question

Wat snap je nu nog niet van de werkwoordspelling (TT, VT, Engelse werkwoorden)?

Slide 16 - Open question

SCHEMA WERKWOORDSPELLING

Slide 17 - Slide

StartTaal Online
Volgende week: onderdelen taalverzorging 3F  AF! 


Slide 18 - Slide