In het begin was er alleen God/Allah, zwevend of tronend boven het water. De hemelen, de aarde en alles daartussen werden geschapen, eenvoudig door een woord van Allah/God.
In de Koran wordt de hemel in zeven lagen geschapen. De aarde werd met planten bedekt. Lucht, water en de aarde liet Hij wemelen van vogels, vissen en landdieren. Er wordt gemeld dat alles uit water is gevormd, en dat de hemel uitgevouwen werd tot zeven hemelen.
In de Koran worden de zorgvuldigheid en vrijgevigheid benadrukt waarmee de Schepper te werk ging. Alle schepselen in hun onderlinge ordening vormen ‘tekenen voor mensen die geloven’ (16:79) dat zij Allah kunnen vertrouwen, als ‘de machtige, de vergevende’ (39:5).