2. Zet de symbolen van de ionen (incl lading) tussen haakjes
3. Maak de lading kloppend: evenveel + als - lading
4. Haal de ladingen en de haakjes weg
Let op: bij meer dan 1 samengesteld ion de haakjes laten staan!
Slide 6 - Slide
Naamgeving van moleculen
telwoorden: mono - di - tri - tetra - penta
telwoord komt voor de naam van het atoom
laatste atoom eindigt op -ide (bijv chloride)
uitzondering: voor het eerste atoom hoeft geen mono
Zouten: geen telwoorden gebruiken
Slide 7 - Slide
Molecuulmassa berekenen
1. Schrijf de molecuulformule op
Let op: is het een zout? Bepaal dan de verhoudingsformule
2. Tel de massa van alle atomen bij elkaar op
bijv: Water (H2O)
2 x waterstof = 2 x 1,0 = 2,0 u
1 x zuurstof = 1 x 16,0 = 16,0 u 2,0 + 16,0 = 18,0 dus M = 18,0 u
Slide 8 - Slide
Massaprocent berekenen - 1
Bereken de molecuulmassa (M)
Bereken het aantal massaprocent met de formule:
molecuulmassaatoommassa⋅100
Slide 9 - Slide
Massaprocent berekenen - 2
Bereken de molecuulmassa
Vul de verhoudingstabel in
Kruislings vermenigvuldigen
Slide 10 - Slide
Herhaling hoofdstuk 2
Chemische reacties
Slide 11 - Slide
Soorten reacties
- Verbrandingsreactie (met zuurstof)
- Ontledingsreactie (1 stof voor de pijl, meerdere achter de pijl)
Fotolyse, thermolyse, elektrolyse
Een fase overgang is geen reactie, deze is omkeerbaar.
Slide 12 - Slide
Met een reactievergelijking kun je nagaan hoeveel (massa) reactieproducten ontstaan.
Bij een reactieschema gebruik je de namen + fasen.
Bij een reactievergelijking gebruik je de molecuulformules.
Om een reactievergelijking kloppend te maken, moet je ervoor zorgen dat voor en na de pijl hetzelfde aantal atomen staat > eventueel door coëfficiëntgetallen toe te voegen.
Slide 13 - Slide
Massaverhouding
Stel de reactievergelijking op en maak kloppend (RV)