This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
3.3 lezen
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
betogende tekst
argumenten
kritisch lezen
tekstverband oorzaak/gevolg
Slide 2 - Slide
Het betoog
Doel: overtuigen
De schrijver geeft zijn mening.
Slide 3 - Slide
De opbouw
driedeling:
inleiding: mening geven en onderwerp noemen
kern: argumenten geven
slot: conclusie en/of samenvatting
Slide 4 - Slide
Alinea
betrouwbaarheid
tussenkopje
onderwerp
signaalwoord
kernzin
Tekstverband
bron
Inleiding
deelonderwerp
Slide 5 - Drag question
Voorbeeld betoog
Slide 6 - Slide
Wie ziet de spelfout? Je hebt 1 min. de tijd.
Slide 7 - Slide
Wat is het doel van een betoog?
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
Wat weet jij van tekstverbanden?
Slide 10 - Mind map
Slide 11 - Slide
Wat is een tekstverband?
de manier waarop zinnen en alinea's met elkaar te maken hebben.
er zijn meerdere soorten tekstverbanden
je kunt tekstverbanden herkennen aan signaalwoorden
Slide 12 - Slide
Welke tekstverbanden ken je al?
Slide 13 - Open question
Wat is het tekstverband in de onderstaande zin? Ik ga eerst naar school, dan ga ik huiswerk maken, vervolgens ga ik hockeyen en ten slotte kijk ik nog een half uurtje televisie.
Slide 14 - Open question
Aan welke signaalwoorden zie je dat? Ik ga eerst naar school, dan ga ik huiswerk maken, vervolgens ga ik hockeyen en ten slotte kijk ik nog een half uurtje televisie.
Slide 15 - Open question
Aan welk woord zie je dat dit een tegenstelling is? In het weekend heb ik een baantje, maar door de week heb ik daarvoor geen tijd.
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Slide
Bedenk zelf een zin waarin je een signaalwoord van het tekstverband oorzaak/gevolg gebruikt.
Slide 18 - Open question
'Ook'
A
Concluderend
B
Tijdsvolgorde
C
Tegenstellend
D
Opsommend
Slide 19 - Quiz
Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
opsomming
tegenstelling
samenvatting
echter
maar
ook
samenvattend
daarnaast
kortom
Slide 20 - Drag question
Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.