les 1 sparen

SPAREN
1 / 16
next
Slide 1: Mind map
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

SPAREN

Slide 1 - Mind map

Als de prijzen 4% stijgen en je spaarrente is 2%, en je hebt 2000 euro spaargeld, dan..
A
is er lage inflatie
B
houd je meer geld over
C
daalt de koopkracht van je spaargeld
D
stijgt je spaarbedrag met 80 euro

Slide 2 - Quiz

Rente verdienen met sparen
- als vergoeding voor jouw 'moeite en ongemak'
- meeverdienen met de bank 
- compensatie prijsstijgingen (inflatie)

Er zijn verschillende vormen van spaarrekeningen:
- kinderspaar - vermogensspaar - depositierekening
- kwartaalspaar - jaarspaarrekeningen enz 

Slide 3 - Slide

Situatie anno 2022
Spaarrente is uitzonderlijk en historisch laag; rond de 0%!
Zelfs in 2021 (boven € 100.000 spaarsaldo) negatieve rente!!

Sparen levert dus niks op, je geld krimpt zelfs
(want hoge inflatie!)     Wat te doen? 

Gevolgen huizenmarkt, investeringen, 'gratis' geld lenen

Slide 4 - Slide

Situatie anno 2023
Gierend hoge inflatie, iets stijgende rente

Inflatie 2023 (verwacht)=  4,2%
Gemiddelde spaarrente = 2,2%

Wat doet de koopkracht van ons spaargeld dit jaar?

Slide 5 - Slide

rente berekenen
Stel,  je hebt € 30.000 op je spaarrekening staan. 
De rente is 1,8%. 

Dan is de rente in euro's na 1 jaar sparen
30.000 x 0,018= € 540
en je eindbedrag/ eindsaldo/ spaarbedrag eind vh jaar
30.000 x 1,018= € 30.540

Slide 6 - Slide

Ik krijg € 180 euro rente.

Mijn spaarbedrag aan het begin vh jaar was
€ 2700. Hoeveel procent rente kreeg ik?
A
6,7%
B
0,066667%
C
15%
D
180 euro

Slide 7 - Quiz

Jantjes ouders sparen vanaf zijn geboorte een tientje per maand.
Op zijn 18e verjaardag staat er € 2670 op zijn rekening. Hoeveel rente heeft Jantje ontvangen?
A
2160 euro
B
180 euro
C
490 euro
D
510 euro

Slide 8 - Quiz

Maken 3.5 t/m 3.10
Rekenmachine, pen, schrift paraat?

timer
15:00

Slide 9 - Slide

Terugrekenen naar 1 procent
Katrien (68) krijgt € 1233 AOW-uitkering per maand. 
Dit is 88% van haar inkomen voor haar pensioen.

Katrien verdiende voordat ze met pensioen ging
1233/ 88 (want 1233 euro is gelijk aan 88%)
--> terugrekenen naar 1 procent 
en dan x 100= € 1401,14

Slide 10 - Slide

Controle van de berekening;
Katrien (68) krijgt € 1233 AOW-uitkering per maand.
Dit is 88% van haar inkomen voor haar pensioen.
1233/ 88 x 100= € 1401,14 

1401,14 x 0,88 (=88%) = 1233 euro
Check! Klopt! Als een bus!

Slide 11 - Slide

Iris ontvangt dit jaar € 24 rente. Dat is 59% van wat ze vorig jaar ontving.

Hoeveel euro rente ontving ze vorig jaar?
A
40,68
B
40,67
C
14,16
D
9,84

Slide 12 - Quiz

Karel heeft op 1 januari € 1000 op zijn spaarrekening. De rente is 2%. Op 1 maart haalt hij € 200 van zijn spaarrekening af. Eind augustus stort hij € 300 erop.

Renteberekening Karel:
1000 x 0,02 x 2/12 = 3,33
800 x 0,02 x 6/12  = 8
1100 x 0,02 x 4/12= 7,33
opgeteld 3,33+8+7,33 euro= 18,67 rente dat jaar

2/12? jan+feb                                                        check:
6/12? mrt+apr+mei+jun+jul+aug     12 maanden opgeteld?!
4/12? sept+okt+nov+dec 

Slide 13 - Slide

Jantien heeft op 1 januari € 15.000 op haar spaarrekening tegen 3% rente. Ze neemt eind maart € 2000 op. Op 1 december stort ze € 1000 euro. Hoeveel rente ontvangt ze eind vh jaar?

Slide 14 - Open question

Jantien heeft op 1 januari € 15.000 op haar spaarrekening tegen 3% rente. Ze neemt eind maart € 2000 op. Op 1 december stort ze € 1000 euro. Hoeveel rente ontvangt ze eind vh jaar?

15.000 x 0,03 x 3/12 (jan,feb,mrt)= 112,50
13.000 x 0,03 x 8/12 (apr-nov) = 260 
14.000 x 0,03 x 1/12 )dec)= 35

opgeteld 407,50 euro
(kleine controle; 3+8+1= 12 maanden totaal!)

Slide 15 - Slide

Maken 3.11 t/m 3.16
(= eventueel thuis af te maken)
timer
20:00

Slide 16 - Slide