This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Unit 4 - Inventions
writingskills
Slide 1 - Slide
SCHRIJFVAARDIGHEIDSTOETS
Het uiteindelijke cijfer telt 1 keer mee.
Een deel van het cijfer bestaat uit het zelfstandig schrijven van een e-mail als toets tijdens de les.
ASSIGNMENT:
Slide 2 - Slide
SCHRIJFVAARDIGHEIDSTOETS
You recently saw an advertisement of a contest for ‘Young Inventors’ on Instagram. You think you have a good chance of winning the contest with your new invention, so you decide to write an e-mail in which you sign up and tell everything the judges need to know about your invention and why you will be the perfect candidate for this.
ASSIGNMENT:
Slide 3 - Slide
Uitvindingen 1
Slide 4 - Slide
Uitvindingen 2
Slide 5 - Slide
Uitvindingen 3
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Uitvindingen 4
Slide 8 - Slide
Uitvindingen 5
Slide 9 - Slide
Uitvindingen 6 N
Slide 10 - Slide
Uitvindingen 7
Slide 11 - Slide
SCHRIJFVAARDIGHEIDSTOETS
- You are allowed to use a dictionary (woordenboek);
- You must use 400-450 words;
- You must use a proper structure as well.
Make sure you include all of the following points in your e-mail: Who are you? What is your invention? How does it work? Why are you going to be a good candidate?
ASSIGNMENT:
Slide 12 - Slide
SCHRIJFVAARDIGHEIDSTOETS
STRUCTURE:
To: het e-mailadres van de ontvanger
Subject: het onderwerp van jouw e-mail
Slide 13 - Slide
SCHRIJFVAARDIGHEIDSTOETS
STRUCTURE:
Start van jouw e-mail:
Ken je de persoon? Ken je de persoon niet?
Dear Mr Butter (meneer), Dear Sir or Madam,
Ms Butter (mevrouw),
Slide 14 - Slide
SCHRIJFVAARDIGHEIDSTOETS
STRUCTURE:
Verhaal van jouw e-mail:
Schrijf de aangegeven onderdelen uit in miniaal 3 alinea's en gebruik daar tussen wit-regels.
Alinea 1: Inleiding / Wie ben je / Waarom mail je?