Herhaling hoofdstuk 1

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Herhaling hoofdstuk 1

Programma 11-6

Documentaire (10 minuten)

Herhaling theorie (15 minuten)

Oefentoets Lessonup (15 minuten)

Ruimte voor vragen

Begrippen H1

Lees de samenvatting op blz 38

Schrijf de betekenis van deze 10 begrippen in je schrift:  sleutelprikkel, supernormale prikkel, gedragselement, ritueel gedrag, conflictgedrag, klassieke en operante conditionering, associatief leren, imitatie, inzicht.

Gedragselementen, gedragsketens en gedragssystemen horen allemaal bij gedrag. Wat betekenen de begrippen?

Gedragssysteem

Gedragselement

Gedragsketen

Gedrag

Een serie opeenvolgende elementen van gedrag

Samenhangende gedragsketens

Meerdere gedragssystemen samen

Aparte handeling

Maak het schema compleet

Prikkels

Drempelwaarde bereikt

Motivatie

Respons (gedrag)

Wat bepaald of een dier een respons vertoond?

Enkele opmerkingen over bepaald gedrag zijn:
I Het gedrag is gericht op soortgenoten.
II Het gedrag bestaat uit een aantal handelingen die van tevoren vaststaan.
Wat hoort bij een beschrijving van ritueel gedrag?

1. alleen I
2. alleen II
3. geen van beiden
4. I en II

Wat is klassieke conditionering?

Wat is operante conditionering?

Drie voorbeelden van conflictgedrag:

1. Je moeder is boos omdat je slechte examenresultaten behaalde. Ze maakt geen ruzie maar gaat de was doen op zolder.
2. Je gaat rijexamen doen, waarvoor je heel zenuwachtig bent. Je stapt in de auto en zou het liefst direct weer uitstappen. Toch blijf je zitten. Na een tijdje maak je je gordel vast en ben je klaar voor vertrek.
   
3. Met je pas verkregen rijbewijs rijd je de auto van je pa in de prak. Wanneer je hem het nieuws vertelt slaat hij met zijn vuist op tafel.

A. Ambivalent gedrag

B. Overspronggedrag

C. Omgericht gedrag