Landen schrijf je met een hoofdletter: Holanda, España.
Talen met een kleine letter: el holandés, el español (het Nederlands, het Spaans).
De nationaliteit kan mnl. of vrl. worden gebruikt: la chica holandesa, el chico español.
Bestudeer: gram. nr. 13
Maak:
- TB p.22 oef 4 Quién es quién
- Voc. p.11 oef 13 + 14b (schrijven ipv spreken)
- (hablas = jij spreekt)
Klaar? WB p.6 oef 4, WB p.7 oef 6