B1 - Periode 3 - H1 TUSSENLES - GSE (21-02-2023)

Bienvenidos
Meld je aan bij Lessonup met de lessonup klascode. 
(het linkje staat op magister 24/27 januari 2023)
Les 4: B1d op 14-2-2023, B1f op 24-2-2023

1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bienvenidos
Meld je aan bij Lessonup met de lessonup klascode. 
(het linkje staat op magister 24/27 januari 2023)
Les 4: B1d op 14-2-2023, B1f op 24-2-2023

Slide 1 - Slide

Reglas
1. spullen en huiswerk in orde
2. vragen? hand opsteken
3. als docent spreekt, ben je stil
4. binnen? op je eigen plaats zitten en spullen gereed
5. respecteer elkaar, en zit niet aan elkaars spullen
6. Telefoons in de telefoontas aan de muur,  
opgeladen laptop in je rugzak

Slide 2 - Slide

Al final de la clase: 
- ken je alle getallen t/m 20 uit je hoofd
- ken je het werkwoord 'tener', 'llamarse', 'hablar'
- heb je het werkwoord ' ser' herhaald
- ken je een aantal nationaliteiten

Slide 3 - Slide

El programa 
  • Info + Corregir los deberes
  • Los verbos tener, hablar, llamarse (gram. nrs 25-28)
  • Juego de los verbos
  • Repaso: los números
    • Deberes SO

    Slide 4 - Slide

    Corregir los deberes
     leren: het werkwoord TENER (gram. nr. 26) + Getallen 0-20 (TB Gente Joven p.23) 

    afmaken: 
    voc. p.11 oef 13 (nacion.); 
    voc. p. 12 oef 19e (getallen); 
    voc. p.19-20 oef 1ab (ser) + 2ab (tener); 
    Voc. p.17 oef 3 (pers. vnw.), 
    TB Gente Joven p.22 oefening 4 (próxima página)

    Slide 5 - Slide

    TB Gente joven, 
    p.22 ejercicio 4
    1. Keiko
    2. David
    3. Ricardo
    4. Igor
    5. Monique
    6. Emma
    7. Paolo
    8. Silvia 
    9. Thomas

    Slide 6 - Slide

    Los verbos
    1. Ser (zijn), nr. 25 (in het grammaticaboekje)
    2. Tener (hebben), nr. 26
    3. Hablar (spreken) nr. 27
    4. Llamarse (heten), nr 28

    HACER (doen/maken):
    1. Bestudeer de complete uitleg in het grammaticaboekje en leer de vervoegingen (de rijtjes) uit je hoofd.
    2. Oefen  op verbuga.eu.
    timer
    10:00

    Slide 7 - Slide

    Los verbos: el juego
    1. Knip de kaartjes uit het knipvel. Gooi het afval in de prullenbak.
    2. Iedere leerling heeft nu 8 kaartjes. 
    3. Maak een groepje van 4 personen en leg de kaartjes samen op een stapel, op de kop.
    4. Wijs een scheidsrechter aan. Hij/zij controleert de antwoorden met het grammaticaboekje.
    5. Om de beurt gooi je met de dobbelsteen en draai je een kaartje om. 
    6. Gooi je 1, dan vervoeg je het werkwoord in de eerste persoon (yo). Gooi je 2, dan vervoeg je in de tweede persoon (tú). Enzovoort.
    7. Was je antwoord goed? Dan mag je het kaartje naar je toehalen. Fout? Dan gaat het kaartje onderop de stapel. 
    8. De volgende persoon is aan de beurt.
    9. De winnaar is degene die de meeste kaartjes heeft gewonnen.


    timer
    15:00

    Slide 8 - Slide

    Repíte los números 0-20
    cero                 seis                 once                       dieciséis
    uno                   siete              doce                        diecisiete
    dos                   ocho              trece                        dieciocho
    tres                   nueve            catorce                   diecinueve
    cuatro              diez                quince                     veinte
    cinco
    timer
    3:00

    Slide 9 - Slide

    Los números / las palabras
    Repaso de los números 0-20
    Repaso de las palabras (=woorden) voc. 1.1 + 1.2

    timer
    5:00

    Slide 10 - Slide

    Uitleg bij leerstof voor de SO
    VOC 1.1 + 1.2 ; 
    Pers. vnw. gram. nr. 7 ; Ser gram. nr. 25 ; 
    Frases clave Voc. p.5 zin 1+2;  Getallen 1-20 

    Bespreken: 
    Hoe ga je te werk bij het leren van woordjes?
    En bij het leren van grammatica?
    Vul het in op de volgende slide.

    Slide 11 - Slide

    Hoe ga je te werk bij het leren van woordjes?
    En bij grammatica?

    Slide 12 - Open question

    Los deberes

    Leren voor SO: 
    VOC 1.1 + 1.2 ; 
    Pers. vnw. gram. nr. 7 ; 
    Ser gram. nr. 25 ; 
    Frases clave Voc. p.5 zin 1+2; 
    Getallen 1-20 


    Slide 13 - Slide

    Wat heb je vandaag geleerd?
    Geef voorbeelden.

    Slide 14 - Mind map

    Slide 15 - Video

    15m - La pronunciación
    ESCUCHAR + LEER + HACER:  Voc. p.8-9



    VOC 'Tú y yo' p.8
    VOC 'Tú y yo' p.9 oef 4b

    Slide 16 - Slide

    La pronunciación: el acento
    El acento (de klemtoon)
    1. eindigt een woord op klinker, of n, of s, dan ......
    2. eindigt een woord op een andere letter, dan .....

    Wijkt de werkelijke uitspraak af, dan schrijf je een accent.
    Het accent geeft aan op welke lettergreep de klemtoon valt.
    • het accent staat altijd dezelfde kant op ‘ 
    •  ook op een vraagwoord schrijf je een accent. Voorbeeld ¿Cómo? = Hoe?

    REPASO: spreek de woorden van vocab. 1.1 uit en pas de uitspraakregels toe.

    Slide 17 - Slide

    Slide 18 - Video