Persoonlijk vnw (uitleg met VZ en WW)

Persoonlijke voornaamwoorden
NL:....

1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Persoonlijke voornaamwoorden
NL:....

Slide 1 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden
NL
ik
jij 
hij/zij/het
wij 
jullie 
u/zij

Slide 2 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden
maar ook:
Ik koop een ijsje
Moeder koopt voor IK/MIJ een ijsje

Slide 3 - Slide

Waarom gebruik je soms
IK, en soms MIJ?

Slide 4 - Mind map

let op de zinsdelen
Ik koop een ijsje
Ik = ...
Moeder koopt voor MIJ een ijsje
mij = ....

Slide 5 - Slide

persoonlijke vnw
ik   mij (ik koop een ijsje/koopt voor mij een ijsje)
jij    jou
hij  hem
zij  haar
wij   ons
jullie   jullie
u    u 

Slide 6 - Slide

wat zijn de pers vnw in het Duits
(ik/jij/hij/zij/wij/jullie/u/zij)

Slide 7 - Mind map

vertaling van
mij = mir (3de nv) of mich (4de nv)
jou = dir / dich
hem = ihm / ihn
haar = ihr / sie
wir = uns / uns
jullie = euch / euch
u/hen =  Ihnen/ihnen / Sie/sie

Slide 8 - Slide

Dus:
ik = ich
bij mij: is het 3de of 4de naamval?
bij 3de "mir" bij 4de "mich"

Slide 9 - Slide

--= (jij) gehst zur Schule
A
du
B
dir
C
dich

Slide 10 - Quiz

Sie gehen ohne --- (mij)
A
ich
B
mir
C
mich

Slide 11 - Quiz

Das Buch? Das habe ich ---- (jou) gegeben
A
du
B
dir
C
dich

Slide 12 - Quiz

Wir haben das für --- (jullie) getan
A
ihr
B
euch
C
uns

Slide 13 - Quiz

Ich danke ---- (U) für die Hilfe
A
Sie
B
euch
C
Ihnen

Slide 14 - Quiz