Nederlands 3T

Nederlands 3T
Welkom bij les 1 van Nederlands
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands 3T
Welkom bij les 1 van Nederlands

Slide 1 - Slide

Hoe ging het?
En hoe gaan we verder...

Slide 2 - Slide

Wat gaan we dit jaar doen? 
Wat denken jullie? 

Slide 3 - Slide

Voor-examenjaar
Naast proefwerken, krijg je ook SE's.

Deze cijfers zijn erg belangrijk. 

Het gemiddelde van deze cijfers bepaalt voor 50% je cijfer op je eindexamen. Ik leg het uit....

Slide 4 - Slide

PTA

Slide 5 - Slide

De komende periode
We werken in Learnbeat-

Dit ken je- Echter- het werkt nog niet.

We gaan aan de slag met woordenschat

Slide 6 - Slide

Lezen
3 boekverslagen- Keuze uit 10 vormen

Wanneer je dit klaar hebt, ga je met mij (kort) in gesprek over de gelezen boeken. Dit gesprek moet voldoende zijn. 

De bibliotheek ...

Slide 7 - Slide

We gaan aan de slag

Slide 8 - Slide

Iets nieuws!

Slide 9 - Slide

Homoniem
Veel woorden hebben maar één betekenis. Er zijn ook woorden die meer dan één betekenis hebben. Zo’n woord noem je een homoniem.

Slide 10 - Slide

Homoniem
bank - bank
vlieg - vlieg
kop - kop 

Slide 11 - Slide

Homofoon

Er zijn ook woorden die hetzelfde klinken, maar die je anders schrijft. Zulke woorden noem je homofonen.


Slide 12 - Slide

Homofoon
ijs en eis
lag en lach
lijden en leiden
wij en wei

Slide 13 - Slide

De zware storm heeft de kas zwaar beschadigd. kas =
A
glazen huis om groente of bloemen in te kweken
B
holte van je oog
C
plaats waar geld bewaard wordt

Slide 14 - Quiz

Het landgoed rond het slot is gratis te bezoeken. slot =
A
einde van een verhaal
B
kasteel
C
sluiting, meestal met sleutel

Slide 15 - Quiz

Vul bij dit homoniemen twee betekenissen in: lijst

Slide 16 - Open question

Vul bij dit homoniemen twee betekenissen in: slang

Slide 17 - Open question

Woordenschat - Hoe zat het ook alweer?

Slide 18 - Slide

Doel van deze les
  • Ik leer woordraadstrategieën toepassen.
  • Ik leer de betekenis van moeilijke woorden achterhalen.

Slide 19 - Slide

Woordraadstrategie 
  • Trottoir
 2. Zoek naar de betekenis

3. Zoek een voorbeeld

Slide 20 - Slide

Woordraadstrategie 
  • Trottoir
  1.  Zoek naar een synoniem
    Woord met dezelfde betekenis 

    Trottoir = voetpad

Slide 21 - Slide

Woordraadstrategie 
  • Trottoir
4. Zoek naar een tegenstelling
Woord met een 
tegenovergestelde betekenis

Trottoir --> zandweg 


Slide 22 - Slide

Woordraadstrategie 
  • Trottoir
5. Zoek naar een bekend woorddeel in het woord

Trottoir heeft geen bekend woorddeel
onnodig --> on = niet

Slide 23 - Slide

Woordraadstrategie 
  • Trottoir
6. Zoek in het woordenboek en kies welke het beste past

Betekenis 'trottoir' 
trot·toir (het; o; meervoud: trottoirs)
1. verhoogd en bestraat voetpad langs een straat; = stoep

Slide 24 - Slide

Woordraadstategie
  • Trottoir
    8. Zoek de omschrijving/uitleg

    Het is een verhoogd of afgescheiden deel van de weg dat is bedoeld voor gebruik door voetgangers. Er gelden dezelfde regels als voor een voetpad, maar er staat niet het desbetreffende verkeersbord.


Slide 25 - Slide

Woordraadstrategie 
  • Trottoir
7. Bekijk de afbeelding


Slide 26 - Slide

Woordraadstrategieën

Slide 27 - Slide

In de praktijk

Slide 28 - Slide

Tot de volgende keer!

Slide 29 - Slide

Learnbeat/ Leswijs

Slide 30 - Slide

3T

Slide 31 - Slide