Bij het onderdeel fictie bekijk je meestal een korte speelfilm of televisieserie. De vragen
gaan vooral over de personen die je ziet: hoe ze kijken, hoe ze op elkaar reageren en op
welke toon ze praten.
Meestal zie je duidelijke emoties, zoals boosheid, angst of blijdschap.
Bij het kijken let je daarom vooral op:
• de gezichtsuitdrukking van de personages;
• hun lichaamstaal;
• de toon waarop ze praten.
Hoe ga je te werk bij het onderdeel fictie?
• Houd het boekje met vragen open.
• Lees de vraag.
• Bekijk het fragment.
• Noteer het antwoord terwijl de antwoordbalk loopt.