10.1 Man en vrouw

7.5 Eten en ademen bij dieren
Ga rustig zitten en pak je lesboek en schrift alvast voor je.
Welkom!
§10.1 Man en vrouw
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

7.5 Eten en ademen bij dieren
Ga rustig zitten en pak je lesboek en schrift alvast voor je.
Welkom!
§10.1 Man en vrouw

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • Leerdoelen
  • Uitleg §10.1
  • Aan de slag!
  • Uitleg §10.1
  • Aan de slag!
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de geslachtskenmerken van jongens en meisjes in verschillende
     levensfasen beschrijven.
  • Je kunt de bouw en werking van de geslachtsorganen van een man
     beschrijven.
  • Je kunt de bouw en werking van de geslachtsorganen van een vrouw
     beschrijven.
  • Je kunt uitleggen op welke manieren je een zwangerschap kunt voorkomen.

Slide 3 - Slide

Geslachtskenmerken
Geslachtskenmerken
Kenmerken waaraan je kunt herkennen of iemand een man of een vrouw is.

Primaire geslachtskenmerken
- vanaf de geboorte aanwezig
- jongen --> penis + balzak
- meisje --> schaamlippen

Secundaire geslachtskenmerken
- ontstaan tijdens de puberteit onder invloed
  van geslachtshormonen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

De geslachtsorganen van een man
Zaadballen (teelballen)
- maken zaadcellen
- per dag 50 tot 70 miljoen zaadcellen

Bijballen
- opslag van zaadcellen

Zaadleiders
- hier gaan de zaadcellen doorheen

Zaadblaasjes en prostaat
- voegen zaadvocht toe aan de zaadcellen

Zwellichamen
- vullen zich met bloed --> penis wordt stijf (erectie)
De zaadballen en teelballen liggen in de balzak

Slide 6 - Slide

De geslachtsorganen van een man

Zaadcellen + zaadvocht uit de zaadblaasjes + zaadvocht uit de prostaat = sperma
5%                                 68%                                                      27%                            
        
Zaadlozing (klaarkomen)
Door de eikel te prikkelen, kan een man
een zaadlozing krijgen (klaarkomen)

Tijdens de zaadlozing trekt de prostaat samen en knijpt de urinebuis de
urineblaas dicht.
Gevolg --> alleen sperma door de urinebuis bij een zaadlozing en GEEN urine.

Slide 7 - Slide

Wat?
Klaar?
Hoe?
Hulp?
Tijd?
individueel (alleen)

lezen: bladzijde 9 en 10
maken: opdracht 1 t/m 10 van 10.1

eerst zachtjes overleggen met degene die naast je zit
daarna mij om hulp vragen
10 minuten
Laat de gemaakte opdrachten door mij controleren.
Daarna mag je verder werken aan de opdrachten van 10.1
timer
10:00
Aan de slag!

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

De geslachtsorganen van een vrouw
Eierstokken
- hiervan zijn er twee
- bij de geboorte al zo'n 400.000 onrijpe eicellen aanwezig
- hierin rijpt een eicel (+/- iedere 28 dagen) vanaf de puberteit
- gaan eicellen rijpen? dan is een meisje vruchtbaar

Eileider
- verbindt de eierstok met de baarmoeder
- vervoert de rijpe eicel na de eisprong (ovulatie)
  naar de baarmoeder

Baarmoeder
- hier kan een baby groeien

Slide 10 - Slide

De geslachtsorganen van een vrouw
Clitoris
- vergelijkbaar met de eikel van de man
- door prikkeling kan een vrouw klaarkomen

Kleine en grote schaamlippen
- zijn zichtbaar
- beschermende functie

Vagina (schede)
- verbindt de baarmoeder met de buitenkant van het lichaam

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

De menstruatiecyclus
Menstruatiecyclus
Wat er van de ene menstruatie tot de volgende menstruatie gebeurt.

1. Rijping van een eicel
    - in een van de twee eierstokken

2. Baarmoederslijmvlies wordt dikker
    - een bevruchte eicel krijgt daardoor in de baarmoeder voldoende
       voedingsstoffen en zuurstof om uit te groeien tot een baby.

3. Eisprong (ovulatie)
   - rond de 14e dag van de cyclus
   - rijpe eicel gaat van de eierstok naar de eileider
   - de eicel blijft 12 tot 24 uur leven

4. Menstruatie (ongesteldheid)
    - eicel niet bevrucht
    - verdikt baarmoederslijmvlies laat los


Slide 13 - Slide

De menstruatiecyclus

Slide 14 - Slide

Hoe voorkom je zwangerschap?
Condoom
- voorkomt dat zaadcellen in de vagina van een vrouw komen. eicel wordt niet bevrucht.

Spiraaltje
- maakt zaadcellen minder vruchtbaar en voorkomt innesteling van een bevruchte eicel.

Sterilisatie
- onderbreken van de zaadleiders of eileiders. 
- bij man: geen zaadcellen meer in sperma, bij vrouw: zaadcellen kunnen niet bij eicel komen

Pessarium
- kunststofhoesje (insmeren met zaaddodende pasta) dat precies op de baarmoedermond past
- zaadcellen kunnen niet bij de eicellen komen.
 
Anticonceptiepil
- bevat hormonen die voorkomen dat eicellen in eierstokken gaan rijpen
- geen eisprong en dus geen bevruchting

Slide 15 - Slide

Wat?
Klaar?
Hoe?
Hulp?
Tijd?
individueel (alleen)

lezen: bladzijde 12, 13, 16 en 17
maken: opdracht 11 t/m 27 van 10.1

eerst zachtjes overleggen met degene die naast je zit
daarna mij om hulp vragen
10 minuten
Laat de gemaakte opdrachten door mij controleren.
Daarna mag je nakijken of verder werken
timer
10:00
Aan de slag!

Slide 16 - Slide

Hoe voorkom je zwangerschap?
Voorbehoedsmiddel
Zorgt ervoor dat een vrouw niet zwanger raakt.

Een goed voorbehoedsmiddel voldoet aan drie eisen:
1. Het voorkomt zwangerschap
2. Het is makkelijk in het gebruik
3. Het is niet schadelijk voor je gezondheid

Slide 17 - Slide

Afsluiten
  • Pak je Plenda
      - donderdag 16 februari
      - 3e lesuur BIO
      - m: 1 t/m 27 van 10.1

  • Volgende les
      - Uitleg 10.2

  • Vragen?

  • Opruimen

Slide 18 - Slide