46: voltooide tijd + woordenschat

STARTOPDRACHT: vertaal

1. mijn .....Vater
2. jouw.....Mutter
3. zijn.....Freundin
4. haar......Freund
5. onze......Oma
6. jullie ...Opa
7. hun ....Freunde
8. uw.....Mann
Wiederholung
 Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
1 / 28
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

STARTOPDRACHT: vertaal

1. mijn .....Vater
2. jouw.....Mutter
3. zijn.....Freundin
4. haar......Freund
5. onze......Oma
6. jullie ...Opa
7. hun ....Freunde
8. uw.....Mann
Wiederholung
 Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 1 - Slide

Wiederholung
 Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
1. mijn .mein....Vater
2. jouw..deine...Mutter
3. zijn..seine...Freundin
4. haar...ihr...Freund
5. onze..unsere....Oma
6. jullie .euer..Opa
7. hun .ihre...Freunde
8. uw...Ihr..Mann

Slide 2 - Slide

Woche: fünfzehn
Aan het einde van dit lesuur:
1. heb je de vervoeging van zwakke werkwoorden herhaald
2. ken je de woorden van hoofdstuk 3
3. ken je het voltooid deelwoord

Slide 3 - Slide

1. heb je de vervoeging van zwakke werkwoorden herhaald
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 4 - Slide

Ich (gehen) ...nach Hause

Slide 5 - Open question

Du (finden) ...das gut?

Slide 6 - Open question

Er (zelten) ...immer in Italien.

Slide 7 - Open question

Ihr (besuchen)........uns oft.

Slide 8 - Open question

Ihr (arbeiten).....in der Nähe?

Slide 9 - Open question

Jonas(möchten).....ein Eis

Slide 10 - Open question

ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
stam+E
stam+ST
stam+T
stam+EN
stam+T
stam+EN
STAM eindigt op D/T/M/N
STAM eindigt S-klank
Standaardregel
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
stam+E
stam+EST
stam+ET
stam+EN
stam+ET
stam+EN
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
stam+E
stam+T
stam+T
stam+EN
stam+T
stam+EN
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 11 - Slide

2. ken je de woorden van hoofdstuk 3
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 12 - Slide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 13 - Slide

3. ken je het voltooid deelwoord
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 14 - Slide

ik ben

Slide 15 - Open question

jij hebt

Slide 16 - Open question

het is

Slide 17 - Open question

jullie zijn

Slide 18 - Open question

zij heeft

Slide 19 - Open question

u heeft

Slide 20 - Open question

ich
ben
bin
heb
habe
du 
bent
bist
hebt
hast
er/sie/es 
is
ist
heeft
hat
wir
 zijn
sind
hebben
haben
ihr
zijn
seid
hebben
habt
sie/Sie
zijn/bent
sind
hebben/heeft
haben
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 21 - Slide

Das Perfekt: voltooid tegenwoordige tijd. Een enkelvoudige gebeurtenis uit het (recente) verleden.


hulp werkwoord (sein/haben) + ge + stam + t
Ausnahme (=uitzondering)
  • stam op t/d
: ge + stam + et

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 22 - Slide

(wohnen) Wij hebben gewoond

Slide 23 - Open question

(heiraten) Zij is getrouwd

Slide 24 - Open question

(reden) Jij hebt gesproken

Slide 25 - Open question

(kaufen) het is gekocht

Slide 26 - Open question

Deze les leerde je:
de voltooide tijd maken
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 27 - Slide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Hausaufgaben:
Lernen: woordjes Lektionen 4,5 en 6


Slide 28 - Slide