paragraaf 2.5 en 3.5 woorden

Sleep het juiste synoniem 
naar de woorden in de eerste rij.
begrijpen
blessure
eenvoudig
gemakkelijk
snappen
verwonding
1 / 25
next
Slide 1: Drag question
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Sleep het juiste synoniem 
naar de woorden in de eerste rij.
begrijpen
blessure
eenvoudig
gemakkelijk
snappen
verwonding

Slide 1 - Drag question

Een voorvoegsel is een...
A
voorzetsel
B
een deel van het woord met eigen betekenis
C
een deel van het woord zonder eigen betekenis
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Quiz

Dit zijn voorvoegsels:
A
on, her ,lijk
B
on -ver -lijk
C
on-her-lijk
D
on -her- non

Slide 3 - Quiz

Noem 3 (woorden met) voorvoegsels

Slide 4 - Open question

Welk woord heeft een voorvoegsel?
A
geklets
B
gezwam
C
oeverloos
D
misverstand

Slide 5 - Quiz

Wat is GEEN voorvoegsel?
A
mis-
B
inter-
C
ge-
D
aan-

Slide 6 - Quiz

Woord met voorvoegsel
Woord zonder voorvoegsel
Heropenen
Wangedrag
onrustig
Tafelkleed
Klaarmaken
Tekstboek
non-fictie
internationaal

Slide 7 - Drag question

Sleep het juiste voorvoegsel naar het woord. 
-actief
nationaal
rokje
-baas

non
    ex
on

mini

inter

her

Slide 8 - Drag question

Hondenbelasting
Samengesteld woord
Achtervoegsel
Voorvoegsel

Onherkenbaar
Vriendloos
Hertentamen

Slide 9 - Drag question

voorvoegsel
achtervoegsel
hergebruiken
internationaal
wanorde
jaarlijks
zinloos
bruikbaar

Slide 10 - Drag question

Voorvoegsels
Betekenis
niet, zonder
niet
verkeerd, fout
slecht, verkeerd
weer, opnieuw
niet meer, van vroeger
tussen
mis-
non-
on-
wan-
her-
ex-
inter-

Slide 11 - Drag question

Wat betekent het achtervoegsel
-vol

A
zonder
B
nergens
C
met veel
D
boompje

Slide 12 - Quiz

Het achtervoegsel -loos betekent....
A
Min
B
Groot
C
Negatief
D
Zonder

Slide 13 - Quiz

Welke van deze is een achtervoegsel?
A
Aardig
B
Ondiep

Slide 14 - Quiz

Wat is een woord met een achtervoegsel?
A
fietstocht
B
smaakvol

Slide 15 - Quiz

wat is het woord met een achtervoegsel?
A
geklets
B
gezwam
C
oeverloos
D
misverstand

Slide 16 - Quiz

Zorgeloos
(achtervoegsel)
A
met heel veel zorgen
B
met zorgen
C
zorgelijk
D
zonder zorgen

Slide 17 - Quiz

Wat is een achtervoegsel?
A
een werkwoord
B
een voornaamwoord
C
een toevoeging, die steeds dezelfde betekenis heeft
D
een lidwoord

Slide 18 - Quiz

Welk woord heeft een achtervoegsel?
A
stoplicht
B
ongewoon
C
hopeloos
D
bewoond

Slide 19 - Quiz

Ik weet wat voor- en achtervoegsels zijn, ik kan ze herkennen en toepassen.
Klopt!
Mwah...
Nee!

Slide 20 - Poll

Match de synoniemen. 
meteen
standpunt
voedsel
meestal
fabeltje
direct

verzinsel 
eten 
mening
doorgaans

Slide 21 - Drag question

Sleep het juiste synoniem 
naar de woorden in de eerste rij.
nogal
opdracht
twijfelen
aarzelen
tamelijk
taak

Slide 22 - Drag question

Tegenstelling
maar
toch
ook
waardoor
daarentegen
daarna
naar mijn mening

Slide 23 - Drag question

Verbind de tegenstellingen:
slappe
onder
leeg
vrijwillge
diepte
verplichte
stevige
over
hoogte
vol

Slide 24 - Drag question

Zoek de synoniemen bij elkaar:
resultaat
maatregel
ongeveer
symbool
circa
uitkomst
teken
ingreep

Slide 25 - Drag question