H1 - Unité 3 - Après les cours

l
Les devoirs
Klaar met opschrijven in de Plenda?
  • Schrijf eerst de Nederlandse vertaling op van de Franse woorden.
  • Klaar met vertalen? Zoek de woorden in de woordzoeker.
Lundi le 3 février
Unité 3 "Après les cours"
  • Lr. app. 2 (p.100)
  • Mk. ex. 3 + 4 (p.81)

Uitleg
  • Mk. = maken
  • Ex. = exercice (opdracht)
  • Lr. = leren
  • App. = apprendre (=woordenlijst)
timer
3:30
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

l
Les devoirs
Klaar met opschrijven in de Plenda?
  • Schrijf eerst de Nederlandse vertaling op van de Franse woorden.
  • Klaar met vertalen? Zoek de woorden in de woordzoeker.
Lundi le 3 février
Unité 3 "Après les cours"
  • Lr. app. 2 (p.100)
  • Mk. ex. 3 + 4 (p.81)

Uitleg
  • Mk. = maken
  • Ex. = exercice (opdracht)
  • Lr. = leren
  • App. = apprendre (=woordenlijst)
timer
3:30

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Bienvenue!
Le programme
  • Parler: doeltaal-leertaal | 10'
  • Introduction Unité 3 | 10'
  • Faites ton emploi du temps | 15'
  • Quizlet: app. 1 | 5'
  • Au revoir!
Lesdoelen
  • Ik kan vertellen wat/wie ik leuk vind en waar ik een hekel aan heb.
  • Ik begrijp dat werkwoorden op -er allemaal vervoegd worden.
  • Ik kan minimaal 3 verschillen benoemen tussen school in Frankrijk en school in Nederland.
  • Ik kan mijn rooster (grotendeels) in het Frans maken.
Mevrouw Geluk-Reichardt (Bonheur)
r.geluk@hetbaarnschlyceum.nl
Afwezig: dinsdagochtend & vrijdag

Mevrouw de With (Docent in opleiding)
Afwezig: dinsdag, donderdag & vrijdag
Parler: Questions & réponses
Aan het einde van de les stel ik bij de deur weer een aantal van de vragen / nieuwe woorden.
  • Ik kan vertellen welk vak iemand leuk vindt en welk vak iemand anders leuk vindt.
    > "Jij/Zij/Hij houdt van..."
    > Wij/Jullie/zij houden van..."

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Verbes -er (Tip: p.101 tekstboek)
  1. Ik ben dol op Biologie.

  2. Hij heeft een hekel aan Geschiedenis.

  3. Zij hebben een hekel aan Wiskunde.

  4. Jij houdt van Engels.

timer
5:00

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Introduction Unité 3
Lire (p.78+79)
  • Wat betekenen de dikgedrukte woorden?

Regarder (p.80)
  • Exercice 1
  • Exercice 2


  • Ik kan minimaal 3 verschillen noemen tussen school in Frankrijk en school in Nederland.
timer
1:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Quizlet Unité 3
Maak de kruiswoordpuzzel!
(Tip. gebruik apprendre 1 + 2, p.68)
timer
5:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Bienvenue! Mercredi
Le programme
  • Parler: doeltaal-leertaal | 10'
  • Introduction | 10'
  • Regarder
  • Les verbes -er
  • Au revoir!
Lesdoelen
  • Ik kan begrijpen wat David over zijn school vertelt
  • Ik kan vertellen om hoe laat ik welke les heb. 
  • Ik kan vertellen welk vak ik leuk vind. 
Mevrouw Naber
l.naber@hetbaarnschlyceum.nl

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

l
Les devoirs
vendredi le 7 février
Unité 3 "Après les cours"
  • Lr. app. 1,2,3 
  • Mk. ex. 5+6?

Uitleg
  • Mk. = maken
  • Ex. = exercice (opdracht)
  • Lr. = leren
  • App. = apprendre (=woordenlijst)
timer
3:30

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Bienvenue! Mercredi
Le programme
  • Parler: doeltaal-leertaal | 10'
  • les verbes -er
  • les nombres
  • exercice 9 t/m 14

Lesdoelen
  • Ik heb geoefend met de regelmatige werkwoorden op -er 
  • Ik kan de getallen van 0 t/m 20
Les devoirs:
- faire: ex 15, schrijf de zinnen uit, kies wel andere vakken. 
- appr: 1,2,3,4
Vul de juiste vorm van het werkwoord in de présent in.
1. Je (parler) __________ français avec tes amis.
2. Nous (aimer) __________ écouter de la musique.
3. Elle (regarder) __________ un film ce soir.
4. Vous (manger) __________ au restaurant ce midi ?
5. Ils (jouer) __________ au football tous les week-ends.
6. Tu (travailler) __________ beaucoup pour l'école.
7. On (danser) __________ à la fête ce soir.
8. Mes parents (habiter) __________ à Paris.
9. Le professeur (expliquer) __________ la leçon aux élèves.
10. Les enfants (chanter) __________ une chanson joyeuse.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Bienvenue!
Le programme
  • Parler: doeltaal-leertaal | 10, aimer, manger, jouer, préférer, détester. 
  • écouter: 13,14, 16a
  • 16 b t/m d
  • Blooket
Lesdoelen
  • Ik heb geoefend met de regelmatige werkwoorden op -er 
  • Ik kan woorden verstaan in luisteropdrachten.
  • Ik heb geoefend met de lidwoorden die bij de werkwoorden aimer, adorer, détester, préférer horen.
  • Ik heb de vocabulaire van 1,2,4 geoefend. 
Les devoirs:
-  faire: 16 af+ 17 et 18. 
- appr: 1,2,3,4,5,6
Parler: Questions & réponses
  • Ik kan vertellen welk vak ik leuk vind en welk vak iemand anders leuk vindt.
- ik hou van
- hij houdt van
- wij houden van


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Bienvenue!
Le programme
  • Parler: doeltaal-leertaal | 17 +18
  • écouter: 19
  • parler: 20, 21, 22a
  • en duo : 22b
Lesdoelen
  • Ik heb geoefend met de regelmatige werkwoorden op -er 
  • Ik kan woorden verstaan in luisteropdrachten.
  • Ik heb geoefend met de lidwoorden die bij de werkwoorden aimer, adorer, détester, préférer horen.
  • Ik heb de vocabulaire van 1,2,4 geoefend. 
Les devoirs:
-  faire: 24 + 25
- appr: 1,2,3,4,5,6
Bienvenue! Mercredi
Le programme
  • Parler: 
  • Opdracht rooster
Lesdoelen
  • ik kan de vraagwoorden gebruiken en ik weet de betekenis
  • ik kan mijn rooster uitwerken in het Frans en vertellen welke lessen ik heb op een dag. 
Les devoirs:
-  faire: roosteropdracht afmaken.
- appr: 1,2,3,4,5,6,7
Aujourd'hui:

Maken oefentoets
Laatste vragen voord
Leren unité 3:

Apprendre 1,2,3,4,5,6,8 en 10.
Leer de apprendres zoals ze in je boek staat.
Alleen apprendre 10 leer je zowel FA-NL en NL-FA.