blok 3 grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Blok 3 Grammatica

• Pak je spullen.
• Telefoon in telefoontas.
• Log in bij Lesson up

Terugblik

Wat weet je nog van de vorige les?

Wat is de persoonsvorm?
De meisjes lezen met de juf mee.

Persoonsvorm?

De kinderen dachten lang na over het antwoord.

WWG?
De buurman zou mijn vader komen helpen.

WWG
Mijn vader rekent de boodschappen af.

Onderwerp?
Waar traint het Nederlands elftal?

Onderwerp?
Heb jij je portemonnee nog?

Hoeveel zinsdelen?
Jean wil zijn vader graag helpen.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Hoeveel zinsdelen?
Wanneer kijkt de leraar de toetsen na?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Hoeveel zinsdelen?
Heb jij de schone was opgeruimd?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Aan het einde van de les

• kun je de pv en het wwg in een zin benoemen
• kun je het wwg met te benoemen
• kun je het onderwerp in een zin benoemen

Welke vraag stel je om het onderwerp te vinden?

Werkwoordelijk gezegde met te

WWG = alle werkwoorden uit een zin

Soms staat voor het hele werkwoord het woord te.

Dan hoort te ook bij het werkwoordelijk gezegde.

voorbeeld:

De kat ligt de hele tijd te spinnen.

WWG = ligt te spinnen

WWG
Mijn vader zit de krant te lezen.

WWG
De fans staan uren te wachten.

Nu zelf aan de slag!

Maak opdracht 1 t/m 3.

Klaar?

Oefen online grammatica blok 3

of 

Lees uit je boek.