H6 - Les 1 - Licht en beeld

Welkom in de les
Wat je nodig hebt vandaag:

Pen



Boek en schrift
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom in de les
Wat je nodig hebt vandaag:

Pen



Boek en schrift

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Planning
  • Start hoofdstuk 6
  • Werken aan opdrachten

Slide 2 - Slide

Planning
Vandaag:
- Start 6.1
- Vanavond cijfers online

Morgen:
- Uitleg over PO Elektriciteit
- 6.1 afmaken

Slide 3 - Slide

Wat is licht?
Je hebt licht nodig om iets 
te kunnen zien.

Licht kan dingen warm maken.

Licht kan reflecteren.

Licht heeft verschillende kleuren.

Slide 4 - Slide

Wat is licht?
Niet is sneller dan licht.
(ongeveer 300000 km / s)

Licht kan alleen maar rechtdoor schijnen, niet in een bochtje.


Slide 5 - Slide

Licht

Soms zien we licht direct vanaf de bron, bijvoorbeeld;
- zon
- lamp
- vuur

Slide 6 - Slide

Licht

Het licht waardoor we de wereld om ons heen kunnen zien gaat vanaf een lichtbron, via een voorwerp, naar ons oog.

Slide 7 - Slide

Twee soorten licht
Primair licht

Afkomstig van een lichtbron.

Bijvoorbeeld:
- zon
- vuur
- lamp
Secundair licht

Afkomstig van een voorwerp wat reflecteert.

Bijvoorbeeld:
- maan
- reflector
- papier

Slide 8 - Slide

Wat gebeurt er als licht ergens op schijnt?
1) Licht doorlaten
2) Reflecteren 
3) Absorberen
Meestal doet een voorwerp een paar van deze dingen.

Slide 9 - Slide

Reflecteren
Spiegelend weerkaatsen


Diffuus weerkaatsen

Slide 10 - Slide

Samenvatting
Er zijn twee soorten lichtbronnen, primair en secundair.

Voorwerpen kunnen licht doorlaten, absorberen of reflecteren.

Een voorwerp kan spiegelend reflecteren of diffuus reflecteren.

Slide 11 - Slide

Huiswerk
Opdracht 
2 en 8
(blz 183)


  • Voor morgen!

Slide 12 - Slide





Je kunt uitleggen wat primair en secundair licht is.

Primair licht is afkomstig 
van een lichtbron. Bijvoorbeeld een lamp, de zon of vuur.

Secundair licht is afkomstig van een voorwerp wat licht reflecteert. Bijvoorbeeld de maan of een reflector. 

Slide 13 - Slide





Je kunt drie eigenschappen van licht noemen.
1) Licht beweegt in 
een rechte lijn vanaf de 
bron met 300 000 km/s. 

2) Licht heeft een kleur, iets wat in je hersenen gebeurt. 

3) Als een lichtstraal ergens heen kan, dan kan die ook terug.

Slide 14 - Slide




Je kunt uitleggen welke drie dingen een oppervlak kan doen met licht dat erop valt.
1) Het oppervlak kan het 
licht absorberen en 
omzetten in warmte.

2) Het oppervlak kan het licht doorlaten.

3) Het oppervlak kan het licht weerkaatsen.

Slide 15 - Slide




Je kunt het verschil tussen diffuus en spiegelend weerkaatsen aangeven.


Licht wat diffuus is weerkaatst gaat alle kanten op.

Licht wat spiegelend is weerkaatst gaat één kant op.

Slide 16 - Slide