Les 2. Doelgroepanalyse

Draaiboek
In vogelvlucht
1 / 25
next
Slide 1: Slide
KvDMBOStudiejaar 4

This lesson contains 25 slides, with text slides.

Items in this lesson

Draaiboek
In vogelvlucht

Slide 1 - Slide

Methodisch werken
Heeft het woord methode in zich.
De definitie van het woord methode is:

  • Vaste, weldoordachte manier van handelen om een bepaald doel te bereiken

Slide 2 - Slide

Methodisch werken
Methodisch werken is bewust handelen  volgens vooraf geplande stappen of een bepaalde manier (methodiek) om een doel te behalen. 

Slide 3 - Slide

Het draaiboek
Bestaat uit verschillende hoofdstukken:

  • Doelgroep analyse
  • De activiteit
  • Het doel
  • Benodigdheden & budget
  • Begeleidingsstijl




  • Aanpassingen en veiligheid
  • Afronden
  • Overzichtsschema
  • Productevaluatie
  • Procesevaluatie


Slide 4 - Slide



Hoofdstuk 1
In de doelgroepanalyse (of doelgroepbeschrijving) schets je een beeld van de deelnemers aan de activiteit. Je beschrijft sowieso een paar vaste onderdelen: 
  • Leeftijdscategorie
  • aantal deelnemers,
  • Ziektebeeld/beperking
  • Cognitieve ontwikkeling, 
  • Lichamelijke ontwikkeling, 
  • Sociaal-emotionele ontwikkeling, 
  • (On)mogelijkheden, 
  • Behoeftes/wensen.

Slide 5 - Slide

Doelgroepanalyse
Leeftijdscategorie
Hoe oud zijn de deelnemers die de activiteit gaat uitvoeren?

  • Baby's en peuters (0-4)
  • Kleuter en schoolkind (4-12)
  • Puber en adolescent (12-18)
  • Volwassene en oudere (18 - ☠)

Slide 6 - Slide

Doelgroepanalyse
Aantal deelnemers
Hoeveel mensen doen mee met de activiteit? 

Zo exact mogelijk: afronden naar boven is handig. 

Slide 7 - Slide

Doelgroepanalyse
Ziektebeelden/beperkingen
Welke ziektebeelden en/of beperkingen komen er voor?
  •  Benoem deze en beschrijf het ze. Bijvoorbeeld:
     Dementie is een verzamelnaam voor meer dan 50 ziekten, waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken. De bekendste is de ziekte van Alzheimer. Mensen met dementie hebben een combinatie van symptomen, bijvoorbeeld geheugenverlies en veranderend gedrag. 

Slide 8 - Slide

Doelgroepanalyse
Cognitieve ontwikkeling
  • Dit is de ontwikkeling van het denken, het geheugen en de taal. Ook wel verstandelijke ontwikkeling genoemd. 
  • Beschrijf de cognitieve ontwikkeling van je doelgroep helder en beknopt. Een halve tot een hele a4 is voldoende. 
  • Voor de cognitieve ontwikkeling van de puber/adolescent kijk in boek Methodiek MZ. Thema 2 hoofdstuk 6.

Slide 9 - Slide

Doelgroepanalyse
Sociaal emotionele ontwikkeling
  • Sociaal emotionele ontwikkeling is kort samengevat: omgaan met jezelf en de ander.
  • Het gaat dus over inzicht in jezelf en de ander en daarnaast omgaan met je eigen gevoelens en die van de ander.
  • Beschrijf de sociaal emotionele ontwikkeling van je doelgroep helder en beknopt. Een halve tot een hele a4 is voldoende. 

Slide 10 - Slide

Doelgroepanalyse
Lichamelijke ontwikkeling
  • De lichamelijke ontwikkeling is de ontwikkeling van het lichaam, die ziet er anders uit voor iemand van 2 dan voor iemand van 92.
     
  • Beschrijf de lichamelijke ontwikkeling van je doelgroep helder en beknopt. Een halve tot een hele a4 is voldoende.  

Slide 11 - Slide

Doegroepanalyse
(On)mogelijkheden
Bij (On)mogelijkheden moet je denken aan specifieke dingen die je doelgroep wel of juist niet kan.

  • Heb je cliënten die ernstig dement zijn? Dan kan je geen memory spelen -> wel oude liejdes zingen
  • Heb je cliënten met Parkinson dan kan je geen dokter bibber spelen -> wel cake bakken

Slide 12 - Slide

Doelgroepanalyse
Behoeftes en wensen
Wat vind de doelgroep nou écht leuk om te doen?
  • Een peuter van 3 jaar  maak je misschien blij met een sesamstraat knutsel-> daar worden de meeste pubers niet gelukkig van
    Is er iets wat de doelgroep wil leren?
  • Een cliënt met een LVB die zelfstandig wil wonen wil waarschijnlijk graag leren koken

Slide 13 - Slide

2: Activiteit
Hier beschrijf je welke activiteit(en) je gaat uitvoeren.
Probeer dit kort en bondig te beschrijven.

Vandaag gaat de klas happy stones maken. Iedereen krijgt 1 steen en mag deze naar eigen inzicht beschilderen binnen het thema halloween. 

Slide 14 - Slide

3: Doel
Om te voorkomen dat je doelloze dingen gaat doen, bedenk je vooraf altijd een doel!



Dit doel formuleer je SMART en bestaat uit 1 á 2 zinnen, je werkt dus niet elk woord afzonderlijk uit.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

4: Benodigdheden
Beschrijf de exacte hoeveelheden materiaal en gereedschap die je nodig hebt voor de activiteit en hoeveel het kost.



Niet: 12 papiertjes
Wel: 12 rode a4 papieren.
Niet: Stiften
Wel: 30 zwarte acrylstiften

Slide 19 - Slide

4: Budget
Nu je weet wat je nodig hebt, kan je ook uitzoeken hoeveel het kost (of zou kosten als je dit zelf moet aanschaffen)
Voor prijzen kan je websites gebruiken zoals:
Action
Hema
Bol.com

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

5: Begeleidingsstijl
Er zijn ontzettend veel begeleidingsstijlen, voor het draaiboek kies je uit een van de volgende drie:



Autoritair
Laissez Fair
Democratisch

Slide 22 - Slide

6: aanpassingen & veiligheid
Is de activiteit voor iedereen geschikt?
Kan iedereen meedoen?
 Welke aanpassingen zijn er mogelijk op jouw activiteit zodat de activiteit passend is voor iedereen in de groep.
Zijn de materialen en gereedschappen veilig voor de doelgroep? 

Slide 23 - Slide

7: afronden
Als je met de groep een prachtige activiteit uitgevoerd hebt, is het belangrijk om na te denken over hoe je gezamenlijk gaat afsluiten. Dit gaat over meer dan alleen opruimen!


Ga je de resultaten nabespreken? Zo ja: hoe?
Wie ruimt wat op?

Slide 24 - Slide

8: 5W & overzichtschema
Is de activiteit voor iedereen geschikt?
Kan iedereen meedoen?
 Welke aanpassingen zijn er mogelijk op jouw activiteit zodat de activiteit passend is voor iedereen in de groep.
Zijn de materialen en gereedschappen veilig voor de doelgroep? 

Slide 25 - Slide