Taalverzorging blok 7 + 9 les 2

Taalverzorging
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Taalverzorging

Slide 1 - Slide

Lezen

Slide 2 - Slide

Werkwoordspelling
bespreken toets werkwoordspelling 
deel A 
deel B


Slide 3 - Slide

Taalverzorging
- grammatica 
- spelling
- formuleren
- taalbewustzijn 

Slide 4 - Slide

Spelling: bespreken huiswerk
opdracht 14, 15 en 27

Slide 5 - Slide

Grammatica

Slide 6 - Slide

Woordsoorten

Werkwoord
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Voorzetsel
Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Wederkerend en wederkerig voornaamwoord
Vragend voornaamwoord

Mavo-xl:
zelfstandig-, hulp- en koppelwerkwoord
Zinsontleden

Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
Zin in zinsdelen verdelen
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling



Mavo-xl:
naamwoordelijk gezegde

Slide 7 - Slide

Mateo en Walid poetsen iedere ochtend de tanden van hun agressieve hamster.

Wat zijn de werkwoorden in deze zin?

Slide 8 - Open question

Mateo en Walid poetsen iedere ochtend de tanden van hun agressieve hamster.

Wat zijn de zelfstandig naamwoorden in deze zin?

Slide 9 - Open question

Mateo en Walid poetsen iedere ochtend de tanden van hun agressieve hamster.

Wat zijn de bijvoeglijk naamwoorden in deze zin?

Slide 10 - Open question

Mateo en Walid poetsen iedere ochtend de tanden van hun hamster.

Wat zijn de lidwoorden in deze zin?

Slide 11 - Open question

Mateo en Walid poetsen iedere ochtend de tanden van hun hamster.

Wat zijn de persoonlijk en bezittelijk voornaamwoorden in deze zin?

Slide 12 - Open question

Mateo en Walid poetsen iedere ochtend de tanden van hun hamster.

Wat zijn de voorzetsels in deze zin?

Slide 13 - Open question

Mateo en Walid poetsen iedere ochtend de tanden van hun hamster.

Wat zijn de wederkerend en wederkerig voornaamwoorden in deze zin?

Slide 14 - Open question

Vragend voornaamwoord
Vraagt naar personen of dingen:

wie, wat, welke, wat voor (een)


Slide 15 - Slide

Schrijf de volgende zinnen op en benoem zo veel mogelijk woorden:
Na het geweldige concert wachtten wij de zanger op bij de uitgang. 

Wat hebben jullie elkaar voor jullie verjaardag gegeven?

Werkwoord
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Voorzetsel
Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Wederkerend en wederkerig voornaamwoord
Vragend voornaamwoord

Slide 16 - Slide

Spelling en formuleren
Samenstellingen: 
kiwi + ijs = kiwi-ijs
fiets + band = fietsband
dorp + plein = dorpsplein
vis + kom = vissenkom

Los of aan elkaar:
blauwe kaassaus
blauwekaassaus

Over taalgebruik: communicatie
Hoe communiceren dieren met elkaar? En wat zijn de overeenkomsten en verschillen met mensen?

Slide 17 - Slide

Spaties
  • Een spatie tussen woorden kan veel effect hebben.
  • De meeste woorden in het Nederlands schrijf je aan elkaar.. tenzij je iets anders bedoelt.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Aan de slag!
Maak vanaf blz. 17

opdracht 19abc, 21, 33


Slide 21 - Slide