Parlementspel

Parlementspel
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Parlementspel

Slide 1 - Slide

Wie bepaalt welke mensen er in de Tweede Kamer zitten?
A
De Koning
B
De ministers
C
Wij- door de verkiezingen

Slide 2 - Quiz

Hoe vaak zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer?
A
Elke 2 jaar
B
Elke 4 jaar
C
Elke 6 jaar

Slide 3 - Quiz

Hoe noem je een land waarin mensen op andere mensen stemmen, die hen dan vertegenwoordigen?
A
Dictatuur
B
Parlementaire democratie
C
Vertegenwoordigersland

Slide 4 - Quiz

Wat is democratie?
A
Dat er 1 persoon de baas is over een land
B
Dat de macht bij het volk ligt.
C
Dat niemand macht heeft.

Slide 5 - Quiz

Hoeveel leden heeft de Tweede Kamer?
A
150
B
75
C
200

Slide 6 - Quiz

Wat is de taak van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer?
A
De ministers controleren
B
Zorgen dat alle burgers zich netjes gedragen
C
Verkiezingen organiseren

Slide 7 - Quiz

Wie beslist er welke vakken op school gegeven MOETEN worden?
A
Schooldirectie
B
Gemeenteraad
C
Tweede Kamer

Slide 8 - Quiz

Welke van de antwoorden klopt over het verschil tussen een kamerlid en een minister?
A
Een 2e kamer lid is door burgers gekozen en een minister niet.
B
Een minister bedenkt vaak een wet en een 2e kamer lid kijkt of die wet goed is.
C
Antwoord A en B kloppen beide.
D
Antwoord A en B kloppen beide niet.

Slide 9 - Quiz

Wie beslist of er een Nederlands leger meedoet aan een vredesmissie in een ander land?
A
Europese Unie
B
Tweede Kamer
C
Gemeenteraad
D
Provinciale Staten

Slide 10 - Quiz

Wie bedenken meestal wetten?
A
Leden van de eerste Kamer
B
Burgers
C
Ministers

Slide 11 - Quiz

Wie bepaalt of wetten ook echt doorgaan/ ingevoerd worden?
A
Ministers
B
Daar mogen we allemaal over stemmen
C
De leden van de Tweede en Eerste Kamer

Slide 12 - Quiz

Zijn ze het in de Tweede Kamer altijd met elkaar eens?
A
Ja, want ze horen allemaal bij elkaar
B
Ja, want ze willen allemaal het beste voor ons land
C
Nee, want ze horen bij verschillende partijen

Slide 13 - Quiz

Wat doen ze in de Tweede Kamer als sommige partijen wel iets willen en andere niet?
A
Ruzie maken
B
Erover stemmen (meeste stemmen gelden)
C
Net zolang vergaderen, totdat ze het met elkaar eens zijn

Slide 14 - Quiz

Wat gebeurt er op Prinsjesdag?
A
De Prinsen doen dan spelletjes op TV
B
De Koning bezoekt dan de 1ste en 2de Kamer
C
De Koning leest dan de plannen van de regering voor, het komende jaar voor.

Slide 15 - Quiz

Hoe oud moet je zijn om in Nederland te mogen stemmen?
A
17 jaar
B
18 jaar
C
16 jaar
D
21 jaar

Slide 16 - Quiz

Wie is de baas in de Tweede Kamer?
A
Niemand, er is een voorzitter voor de orde
B
De grootste politieke partij
C
De minister-president

Slide 17 - Quiz

Kun jij ook je ideeën vertellen aan de Tweede Kamer?
A
Nee, daar hebben ze het te druk voor
B
Ja, je kunt de vergaderzaal vrij in en meepraten
C
Ja, je kunt altijd met 2e kamerleden bellen, mailen of afspreken

Slide 18 - Quiz