2.1 Handel en nijverheid in de Republiek CMV

De Gouden Eeuw


H2.1 Handel en nijverheid in de Republiek
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

De Gouden Eeuw


H2.1 Handel en nijverheid in de Republiek

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

  •     een beschrijving geven van de economie van de Republiek
.
  •     uitleggen hoe de economie van de Republiek onderdeel werd van de wereldeconomie en welke rol de VOC en de WIC daarbij hadden.
  •     een verband leggen tussen de driehoek handel, de slavenhandel en de plantageslavernij.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Intro Gouden Eeuw

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

leerdoel 1:Handel komt tot bloei
  • Hanzesteden werden vervangen door steden in Holland
  • Graan en hout werden verhandeld; de handel wordt ook wel Moedernegotie genoemd

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Handel komt tot bloei 
  • 1585 in de Tachtigjarige oorlog:
  • Haven van Antwerpen werd     afgesloten: kooplieden vluchten naar Holland (Amsterdam)
  • Gevolg: De handel en nijverheid groeit in Amsterdam

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Handel komt tot bloei 

  • Amsterdam werd de stapelmarkt van Europa
  • De stad groeit door de komst van handelaren en ambachtslieden
  • Er ontstaat handelskapitalisme

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Stapelmarkt

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De Beurs
De Amsterdamse Beurs vanaf het Rokin op de prent van C.J. Visscher uit 1612
De beurs na de uitbreiding van 1668 met links de nieuwe galerij die op de brug was gebouwd, en aan de buitenkant het Mercuriusbeeld: Job Berckheyde, De oude beurs van Amsterdam, circa 1670, Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam

Slide 8 - Slide

De Beurs

Amsterdamse kooplieden ontmoette elkaar sinds het midden van de 16e eeuw al op vaste tijden en op vaste plaatsen. Op den duur waren er zoveel kooplieden dat zij een eigen gebouw eiste.
de beurs had een zuilengalerij waarbij iedere zuil genummerd was. Elke tak van handel had zo zijn eigen zuil.

Gekochte goederen werden niet direct doorverkocht, maar werden opgeslagen in pakhuizen. De kooplieden wachtte tot een koper die de hoogste prijs wilde betalen.
Bijvoorbeeld: een kooplied slaat graan op en wacht tot er een hongersnood uitbreekt. De uithongerende mensen zijn bereid om het meest te betalen.

Slide 9 - Video

This item has no instructions

leerdoel 2: Wereldeconomie: VOC&WIC
1602 opgericht uit voorcompagnieën
Handelsmonopolie met 'De Oost' (Indonesië, China, Japan)
Handel in specerijen, producten als porselein naar NL
Recht op oorlog voeren in Azië
1621: Oprichting West-Indische Compagnie (WIC)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

WIC, slavenhandel en plantageslavernij

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

WIC: Driehoekshandel
Geweren, ijzer, textiel
Slaven, goud, ivoor
Suiker, koffie, tabak

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Slavenmarkt Paramaribo
Werken op een plantage

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Plantageslavernij
  • 600.000 mensen verhandeld
  • Koffie, suiker, tabak verbouwen
  • 100 uur per week werk
  • Lijfstraf als je niet/slecht werkte
  • Eigen taal en cultuur verboden
  • Verzet door marrons 
  • Afschaffing eind 19e eeuw

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

'Door of No Return'
Fort Elmina, Ghana
Interieur van een slavenschip

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Producten uit de hele wereld 
  • Oostzee gebied: Graan, hout en bont
  • Middellandse zee gebied; luxe producten zoals: wijn,     zuidvruchten en zout
  • Azië: specerijen, zoals peper en nootmuskaat
  • Afrika: plantage slaven
  • Amerika: suiker en tabak
  • Nederlanden: Boter, kaas en vlees, groenten, hennep en vlas

Slide 16 - Slide

This item has no instructions