Les 6 "Grammatik: Het werkwoord "werden" I"

1 / 11
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide


0. Huiswerk bespreken
1. Lernziele
2. Grammatik
Het werkwoord "werden"

Slide 2 - Slide

Lesen
Glücksmomente

Lies die Texte und beantworte die Fragen!

Slide 3 - Slide

Lernziele
  • Je kent de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits. (R)
  • Je kent de werkwoorden “sein”, “haben” en “werden”. (R)
  • Je kunt de werkwoorden “sein”, “haben” en “werden” in een bekende situatie vervoegen. (T1)
  • Je kunt de grammatica in nieuwe situaties toepassen. (T2)
  • Je kunt de grammatica uitleggen (in het Nederlands). (I)




Slide 4 - Slide

Vertaal de persoonlijke voornaamwoorden
ik
jij
hij / zij / het
wij
jullie
zij (mv)
u
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie

Slide 5 - Drag question

Vervoeg het werkwoord "sein"
bin
bist
ist
sind
seid
sind
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie

Slide 6 - Drag question

Vervoeg het werkwoord "haben"
habe
hast
hat
haben
habt
haben
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie

Slide 7 - Drag question

Dobbelsteen
Gooi de dobbelsteen en vervoeg het werkwoord "werden".
Oefeningen
Maak oefening 25 en 26
Maak oefening 27 (sein, haben en werden)
Maak oefening 29 (sein, haben en werden)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Was hast du heute gelernt?

Slide 10 - Mind map

Was machen wir in der nächsten Stunde

SO 1 Periode 3

Slide 11 - Slide