1. Een persoon heeft van zijn ouders het allel voor bruine ogen en het allel voor blauwe ogen gekregen. Hij heeft zelf bruine ogen. Wat is zijn genotype en wat is zijn fenotype?
2. Wat zijn chromosomen?
3. Wat bepaald of een bevruchte eicel zich ontwikkeld tot man of vrouw?
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
5.2 Chromosomen bekijken
Voorkennis:
1. Een persoon heeft van zijn ouders het allel voor bruine ogen en het allel voor blauwe ogen gekregen. Hij heeft zelf bruine ogen. Wat is zijn genotype en wat is zijn fenotype?
2. Wat zijn chromosomen?
3. Wat bepaald of een bevruchte eicel zich ontwikkeld tot man of vrouw?
Slide 1 - Slide
Programma
Leerdoelen
Bibliotheektijd
Instructie met controle vragen
Verwerken
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Slide 3 - Slide
Karyotype en Karyogram
Het aantal chromosomenparen in een cel noemen we het karyotype
Een gezonde menselijke karyotype telt 23 paar chromosomen
In een karyogram worden alle chromosomenparen in volgorde van groot naar klein gelegd
De eerste 22 chromosomenparen worden autosomen genoemd
Het 23e chromosomenpaar zijn de geslachtschromosomen
Slide 4 - Slide
Monosomie & trisomie
Karyogrammen kunnen helpen bij het ontdekken van afwijkingen
Als er bij een chromosomenpaar één chromosoom ontbreekt spreken we van monosomie
Als er bij een chromosomenpaar één extra chromosoom wordt ontdekt spreken we vantrisomie
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Translocatie
Het komt voor dat een deel van een chromosoom wordt uitgewisseld met een ander chromosoom, we spreken dan van eentranslocatie
Op het voorbeeld rechts is een stuk van één van de chromosomen in paar 4 getransloceerd naar een chromosoom in het chromosomenpaar 18
Een translocatie heeft geen negatief effect op de drager, maar wellicht wel een negatief effect op zijn nakomelingen
Slide 7 - Slide
Waarom heeft een translocatie geen effect op de drager zelf maar wel op de mogelijke nakomelingen?
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Video
Genetische variatie door recombinatie
Bij het vormen van geslachtcellen worden de chromosomenparen gesplits tijdens de meiose
Van ieder chromosomenpaar wordt 1 chromosoom doorgegeven aan de dochtercel
Welk chromosoom van het chromosomenpaar wordt doorgegeven is toeval
Een voorbeeld:
In het voorbeeld rechts worden tijdens de meiose worden de chromosomenparen verdeeld over 4 dochtercellen
Door de verdeling zijn er bij cellen met 2 chromosomenparen 4 mogelijke combinaties mogelijk (2^2)
Deze herverdeling van DNA bij het vormen van geslachtcellen noemen we recombinatie
Slide 10 - Slide
Hoeveel mogelijke combinaties van geslachtscellen kunnen er worden gemaakt door recombinatie in mensen?
Slide 11 - Open question
Genetische variatie door crossing over
Het aantal verschillende geslachtscellen dat je kan vormen wordt echter nog groter doorcrossing-over
Tijdens de meiose kunnen delen van 2 homologe chromosomen met elkaar worden uitgewisseld, dit noemen we crossing-over
Crossing-over kan ervoor zorgen dat er nieuwe allel combinaties ontstaan
Slide 12 - Slide
Genetische variatie door mutaties
Naast recombinatie en crossing-over kunnen er ook mutaties ontstaan in de DNA sequentie tijdens het dupliceren van het DNA
DNA mutaties zijn zo klein dat je ze nooit kan zien op een karyogram