7.2: chromosomen bekijken

5.2 Chromosomen bekijken
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5.2 Chromosomen bekijken

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Leerdoelen
  • leestijd
  • Instructie met controle vragen
  • Verwerken

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt een karyogram goed aflezen
  • Je kunt uitleggen wat een monosomie en een trisomie is en hoe ze kunnen ontstaan
  • Je kunt uitleggen hoe genotypen verschillen door middel van recombinatie, crossing-over en translocaties

Slide 3 - Slide

Genotype en fenotype
Genotype

Fenotype


Slide 4 - Slide

Haplotype = de combinatie van allelen op 1 chromosoom
Dit is chromosomenpaar nr. x. Op elk chromosoom zitten meerdere genen.

Iedereen heeft dit paar met dezelfde genen erop (Binas 70C).

De variatie in allelen kan heel groot zijn. 

voorbeeld: LDLR-gen >1000 varianten

Slide 5 - Slide

Leestijd
  • Lezen globaal blz. 161 - 163
  • let op de vetgedrukte woorden
  • Bestuderen bron 4
timer
6:00

Slide 6 - Slide

Karyotype en Karyogram
karyotype
  • Het aantal chromosomenparen in een cel  
  • Een gezonde menselijke karyotype telt 23 paar chromosomen
karyogram 
  •  alle chromosomenparen in volgorde van groot naar klein 
  • De eerste 22 chromosomenparen worden autosomen genoemd
  • Het 23e chromosomenpaar zijn de geslachtschromosomen

Slide 7 - Slide

Monosomie & trisomie
Karyogrammen kunnen helpen bij het ontdekken van afwijkingen:
monosomie
  • Als er bij een chromosomenpaar één chromosoom ontbreekt spreken we van 
trisomie
  • Als er bij een chromosomenpaar één extra chromosoom wordt ontdekt spreken we van 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Translocatie
Translocatie
  • een deel van een chromosoom wordt uitgewisseld met een ander chromosoom, 
Zie plaatje:
  • een stuk van één van de chromosomen in paar 4 getransloceerd naar een chromosoom in het chromosomenpaar 18
NB: 
  • translocatie heeft geen negatief effect op de drager, maar wellicht wel een negatief effect op zijn nakomelingen

Slide 11 - Slide

Waarom heeft een translocatie geen effect op de drager zelf maar wel op de mogelijke nakomelingen?

Slide 12 - Open question

Genetische variatie door recombinatie
  • Bij het vormen van geslachtcellen worden de chromosomenparen gesplits tijdens de meiose
  • Van ieder chromosomenpaar wordt 1 chromosoom doorgegeven aan de dochtercel
  • Welk chromosoom van het chromosomenpaar wordt doorgegeven is toeval
Een voorbeeld: 
  • In het voorbeeld rechts worden tijdens de meiose worden de chromosomenparen verdeeld over 4 dochtercellen 
  • Door de verdeling zijn er bij cellen met  2 chromosomenparen 4 mogelijke combinaties mogelijk (2^2)
Deze herverdeling van DNA bij het vormen van geslachtcellen noemen we recombinatie

Slide 13 - Slide

Hoeveel mogelijke combinaties van geslachtscellen kunnen er worden gemaakt door recombinatie in mensen?

Slide 14 - Open question

Genetische variatie door crossing over
  • Het aantal verschillende geslachtscellen dat je kan vormen wordt echter nog groter door crossing-over
  • Tijdens de meiose kunnen delen van 2 homologe chromosomen met elkaar worden uitgewisseld, dit noemen we crossing-over
  • Crossing-over kan ervoor zorgen dat er nieuwe allel combinaties ontstaan

Slide 15 - Slide

Genetische variatie door mutaties
  • Naast recombinatie en crossing-over kunnen er ook mutaties ontstaan in de DNA sequentie tijdens het dupliceren van het DNA
  • DNA mutaties zijn zo klein dat je ze nooit kan zien op een karyogram

Slide 16 - Slide

Huiswerk
  • Ga naar de planner op It's Learning en maak de opdrachten bij de les: chromosomen bekijken (Paragraaf 5.2).
    -> herhalingsvragen: indien je een onvoldoende had
    -> Verdieping: bij uitdaging of ter oefening van toets/examenvragen.
  • Kijk de gemaakte opdrachten ook na m.b.v. je nakijkboekje

Slide 17 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt een karyogram goed aflezen
  2. Je kunt uitleggen wat een monosomie en een trisomie is en hoe ze kunnen ontstaan
  3. Je kunt uitleggen hoe genotypen verschillen door middel van recombinatie, crossing-over en translocaties

Slide 18 - Slide