3T Blok 2 start

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wie is dit?

Slide 2 - Open question

Wat betekent het woordje sympathie?

Slide 3 - Open question

feilloos, opperde en concurrentie waar ken je die woorden van?

Slide 4 - Mind map

Hij speelde de wedstrijd feilloos.

Goede zin of niet.
A
goede zin
B
geen goede zin

Slide 5 - Quiz

Ajax en PSV zijn concurrentie van elkaar.

Goede zin of niet?
A
goede zin
B
geen goede zin

Slide 6 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met een 'tekstdoel'?

Slide 7 - Open question

Hij heeft de man herken... en stelt geen vragen.
A
herkend
B
herkent
C
herkendt
D
herkende

Slide 8 - Quiz

Wat is fictie en wat is non-fictie?

Slide 9 - Open question

Fictie:
Verzonnen verhaal, het is dus niet 'echt' of helemaal 'echt gebeurd'. De meeste leesboeken zijn fictie, iemand heeft het verhaal verzonnen.

Kan wel realistisch zijn of lijken, dat het 'echt' zou KUNNEN zijn.

Soms is een verhaal gebasseerd op 'waargebeurd', dan toch fictie!

Slide 10 - Slide

Non-fictie:
Niet verzonnen, dus 'echt'.
bv: Het Achterhuis (dagboek van Anne Frank).


Slide 11 - Slide

Niet realistisch en realistisch.
De vraag of het verhaal echt zou kunnen zijn of niet.

bv: Starwars, is niet realistisch (zou nooit echt kunnen zijn).

Sciencefiction is een 'Genre' die je als niet realistisch kunt zien en als fictie.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Fictie of non-fictie?
realistisch of niet-realistisch?
Welk genre (thema)?

Slide 15 - Open question