3Ba en 3Bb w4 L1

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1,3

Wat hebben wij vorige week geleert?

1. Present Simple

2.

Wat hebben wij vorige week geleert?

1. 

2.

Wat hebben wij vorige les geleert?

1. Present Simple

2.Present Continuous

Spreken strategieën 

1. Vocabulary                   (Woordenschat)

2. Grammer                      (Grammatica)

3. Pronunciation            (Uitspraak)

Spreken strategieën 

1. Vocabulary                   (Woordenschat)

A. Je begint en eindigt een gesprek

6. Heel erg bedankt voor uw hulp. (NL)

Spreken strategieën 

2. Grammer                  (Grammatica)

Wij zijn al begonnen met Grammatica... (oefenen oefenen en …)

(present simple en present continuous) 

Spreken strategieën 

3.Pronunciation                 (Uitspraak)

Die gaan wij volgende les doen!

Expressions

A.

B.

C.

Expressions

A. Je begint en eindigt een telefoongesprek

B.

C.

D.

A. Je begint en eindigt een telefoongesprek

1. Hallo, u spreekt met ....(jouw naam) van Cumbria Getaways. (NL)

A. Je begint en eindigt een telefoongesprek

1. Hallo, u spreekt met ....(jouw naam) van Cumbria Getaways. (NL)

 1. Hello, This is ....(your name) from Cumbria Getaways. (En)

A. Je begint en eindigt een gesprek

2. Ik bel voor wat informatie over een vakantiehuis. (NL)

A. Je begint en eindigt een gesprek

2. Ik bel voor wat informatie over een vakantiehuis. (NL)

 2. I'm calling to ask for some information about a holiday home.(En)

A. Je begint en eindigt een gesprek

3. Ik zal u door verbinden met de verhuurafdeling. Blijf u aan de lijn. (NL)

A. Je begint en eindigt een gesprek

3. Ik zal u door verbinden met de verhuurafdeling. Blijf u aan de lijn. (NL)

3. I shall put you through to the rental department. Please hold.(En)

A. Je begint en eindigt een gesprek

4. Ik ben zo bij u terug. (NL)

A. Je begint en eindigt een gesprek

4. Ik ben zo bij u terug. (NL)

4. I will be right back with you.(En)

A. Je begint en eindigt een gesprek

5. Bel gerust terug als u meer vragen hebt. (NL)

A. Je begint en eindigt een gesprek

5. Bel gerust terug als u meer vragen hebt. (NL)

5. Please call again if you have any more questions. (En)

A. Je begint en eindigt een gesprek

6. Heel erg bedankt voor uw hulp. (NL)

6. Thank  you very much for your help. (En)

Expressions

A. Je begint en eindigt een telefoongesprek

B. Je vraagt telefonisch informatie aan          

C.

B. Je vraagt telefonisch informatie aan   

1. Kunt u me meer vertellen over wat u zoekt?      (NL)

B. Je vraagt telefonisch informatie aan   

1. Kunt u me meer vertellen over wat u zoekt?      (NL)

1. Could you tell me more about What you're looking for?  (En)

B. Je vraagt telefonisch informatie aan   

      2. Ik zoek met drie vrienden een vakantiehuisje in juli. (NL)

B. Je vraagt telefonisch informatie aan   

      2. Ik zoek met drie vrienden een vakantiehuisje in juli. (NL)

2. Three friend and I are looking for a holiday homein July. (En)

B. Je vraagt telefonisch informatie aan   

3. Kunt u me meer details geven over de locatie?  (NL)

B. Je vraagt telefonisch informatie aan   

3. Kunt u me meer details geven over de locatie?  (NL)

3. Can you give me more details on the location? (En)

B. Je vraagt telefonisch informatie aan   

4. Kunt u me ook vertellen of het beddengoed bij de prijs is  inbegrepen? (NL)

B. Je vraagt telefonisch informatie aan   

4. Kunt u me ook vertellen of het beddengoed bij de prijs is  inbegrepen? (NL)

4. Could you also tell me if bed linen is included? (En)

B. Je vraagt telefonisch informatie aan   

5. Hoeveel slaapkamers heeft de bungalow? (NL)

B. Je vraagt telefonisch informatie aan   

5. Hoeveel slaapkamers heeft de bungalow? (NL)

5. How many bedrooms does de bungalow have? (En)

B. Je vraagt telefonisch informatie aan   

6. Hoe is het openbaar vervoer bij het park? (NL)

B. Je vraagt telefonisch informatie aan   

6. Hoe is het openbaar vervoer bij het park? (NL)

6. What's the public transportation like near the park?

Huiswerk

Maak de opdrachten 1 tot en met 6