NT2 meervoud

Meervoud
1 / 30
next
Slide 1: Slide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Meervoud

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is een korte klank?
A
school
B
oor
C
pop
D
boos

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een lange klank?
A
school
B
bos
C
pijn
D
kast

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Korte klanken


In sommige woorden hoor je een: a, e, i, o en u.

Dat noemen we een korte klank.


Slide 6 - Slide


Welke woorden hebben een korte klank?
bord, kleed, map, tafel, mes, afwas, brood, eten, vuur

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Korte klank
'' a, e, i, o en u ''

Hoor je een korte klank aan het eind van een lettergreep?

Ga dan met twee dezelfde medeklinkers door!



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Lange klanken
  • We hebben de volgende lange klanken:
    aa, oo, uu, ee

  • Als je woorden met een lange klank langer  maakt, verdwijnt er een klinker.                               ->maan, manen 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Welke woorden hebben een lange klank?
schep, meer, pen, vork, school, koffie, loop, brood, eten, vuur

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

REGEL LANGE KLANK

aa ee uu oo

De apen eten dure noten


Lange klanken hebben pech,

we halen gewoon een letter weg.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

3. MEERVOUD op -en

Soms moet je tegelijk een a, e, o of u weghalen,

want je hoort een lange klank

schaar - a + en = scharen

been - e + en = benen

sloot - o + en = sloten

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

boom  -  bomen
tas - tassen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Boom
Bom
Boos
Bos
Korte en lange klank
Soms ander woord

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

brief - brieven
doos - dozen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

wat is het meervoud van:
bak
A
baks
B
baken
C
bakken

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van:
blok
A
bloken
B
blokken
C
bloks

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van:
traan
A
traans
B
traanen
C
tranen

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van:
kleed
A
kleden
B
kleeden
C
kledden

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van:
golf
A
golven
B
golfen
C
golfs

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van:
laars
A
larsen
B
laarzen
C
laarsen

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van:
grens

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Wat is het meervoud van:
mand

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

één schuur, twee ...
A
schuren
B
schuuren
C
schuurs

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Eén druif, twintig ...
A
druiven
B
druifen
C
druivven

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Eén doos, drie ...
A
doosen
B
dozen
C
doozen

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Een schaar, twee ...

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Eén lokaal, vijf ...

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Eén huis, twee ...

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Eén brief, zes ...

Slide 30 - Open question

This item has no instructions