Quiz omgaan met de computer

Terugblik
Wat heb je al geleerd?
Er komen zo vragen over de lesstof die we hebben behandeld de laatste weken!
Log in op je laptop en ga naar de website :
"https://lessonup.app/"

1 / 26
next
Slide 1: Slide
ICTVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvmboLeerroute 1Leerroute 2Leerroute 3Leerroute VB

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Terugblik
Wat heb je al geleerd?
Er komen zo vragen over de lesstof die we hebben behandeld de laatste weken!
Log in op je laptop en ga naar de website :
"https://lessonup.app/"

Slide 1 - Slide

Hoe heet deze printplaat?
A
Vaderbord
B
Mamabord
C
papabord
D
Moederbord

Slide 2 - Quiz

Wat is een processor (CPU)?
A
Een stuk hardware dat basisbewerkingen en controles uitvoert
B
Een stuk hardware dat de grafische opties regelt.
C
Stekker die nodig is om randapparatuur aan te sluiten
D
Een stuk software dat je kan downloaden voor meer RAM

Slide 3 - Quiz

Waarvoor dient een videokaart?
A
Apparaat waar je filmpjes op kan kijken
B
Kan je overal meenemen om gegevens op te slaan
C
Zorgt dat alle programma's op je PC goed werken
D
Zorgt voor een connectie tussen de PC en beeldscherm

Slide 4 - Quiz

Wat doet de harde schijf in een PC?
A
Deze voert alle berekeningen uit
B
Hierop worden bestanden opgeslagen
C
Deze zorgt dat de onderdelen stroom krijgen
D
Deze maakt de computer sneller

Slide 5 - Quiz

Een Muis is een vorm van?
A
Input
B
Output

Slide 6 - Quiz

Speakers zijn een vorm van?
A
Input
B
Output

Slide 7 - Quiz

een Harde schijf is een voor beeld van?
A
Randapparatuur
B
Software
C
Hardware

Slide 8 - Quiz

Hoe heet deze aansluiting?
A
USB
B
WiFi
C
Ethernet
D
VGA

Slide 9 - Quiz

Wat is een cloud-omgeving?
A
Het internet
B
Een netwerk
C
Opslagruimte op je computer
D
Locatie waar je op afstand dingen kunt opslaan.

Slide 10 - Quiz

Wat is een voordeel van Cloud opslag?
A
goedkoper
B
Je kunt overal bij je bestanden
C
Het is veiliger
D
Je hebt geen internet nodig

Slide 11 - Quiz

Excel
Forms
Word
Powerpoint
Teams

Slide 12 - Drag question

Wat is dit?
A
de kiezer
B
de muiswijzer
C
de map
D
de taakbalk

Slide 13 - Quiz

Wat gebruik ik voor het internet?
A
Een taakbalk
B
Een muiswijzer
C
Een browser
D
Het bureaublad

Slide 14 - Quiz


Hoe heet dit?
A
Windows start
B
Windows verkenner
C
een map
D
een bestand

Slide 15 - Quiz

Hoe noemen we dit scherm?
A
de computer
B
het bureaublad
C
de menu
D
het bestand

Slide 16 - Quiz

wat voor soort computer is dit?
A
een Tabloid
B
Een Ipad
C
Een Supercomputer
D
Een Laptop

Slide 17 - Quiz

Wat betekent dit symbool?
A
Uploaden
B
Downloaden
C
Verwijderen
D
Uitgang

Slide 18 - Quiz

Hoe heet je Word bestand als je deze geen naam geeft?
A
Document
B
Presentatie
C
Sheet
D
Blad

Slide 19 - Quiz

Wat betekent dit symbool :
A
Cursief gedrukt
B
Onderstrepen
C
Vet gedrukt
D
Schuin gedrukt

Slide 20 - Quiz

Wat kan je doen met dit symbool:
A
tekst onderstrepen
B
tekst vetgedrukt maken
C
tekst cursief maken
D
tekst groter maken

Slide 21 - Quiz

Wat kun je met dit symbool doen:
A
tekst vetgedrukt maken
B
tekst onderstrepen
C
tekst een andere kleur geven
D
tekst cursief maken

Slide 22 - Quiz

Hoe verander ik de kleur van mijn lettertype?
A
B
C
D

Slide 23 - Quiz

Waar staat de afkorting AI voor?
A
Algemene Informatie
B
Artificial Information
C
Artificial Intelligence
D
Accurate Informatie

Slide 24 - Quiz

Waar sla je je documenten van school op, zodat je ze niet kwijt kan raken?
A
Op mijn eigen laptop
B
Op mijn Google Drive
C
Op mijn USB-stick
D
Op mijn OneDrive

Slide 25 - Quiz

Kopiëren
knippen
plakken
CTRL + C
CTRL + V
CTRL + X

Slide 26 - Drag question