Omgaan met de computer

"van alles wat..."
Wat heb je al geleerd?
Er komen een aantal vragen over onderwerpen  die we tot nu toe hebben behandeld.
Zoals onderdelen van de pc, 
en programma's als Windows en Office.
Het resultaat geeft je de mogelijkheid om certificaten te verdienen
voor  Windows en Office

Ga naar de website:
lessonup.app

1 / 32
next
Slide 1: Slide
ICTVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvmboLeerroute 1Leerroute 2Leerroute 3Leerroute VB

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

"van alles wat..."
Wat heb je al geleerd?
Er komen een aantal vragen over onderwerpen  die we tot nu toe hebben behandeld.
Zoals onderdelen van de pc, 
en programma's als Windows en Office.
Het resultaat geeft je de mogelijkheid om certificaten te verdienen
voor  Windows en Office

Ga naar de website:
lessonup.app

Slide 1 - Slide

Hoe heet deze printplaat?
A
Vaderbord
B
Mabord
C
Abort
D
Moederbord

Slide 2 - Quiz

Is dit ram geheugen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Wat is een processor (CPU)?
A
Hardware die basisbewerkingen en controles uitvoert
B
Hardware die de grafische opties regelt.
C
Stekker die nodig is om randapparatuur aan te sluiten
D
Software die je kan downloaden voor meer RAM

Slide 4 - Quiz

Wat doet het RAM geheugen?
A
Zorgt voor beeld op de monitor
B
Is een onderdeel van de processor
C
Is de opslagplaats van gegevens
D
Is het werkgeheugen van de computer

Slide 5 - Quiz

Is de ROM(BIOS) een onderdeel van het moederbord?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Waarvoor dient een videokaart?
A
Apparaat waar je filmpjes op kan kijken
B
Kan je overal meenemen om gegevens op te slaan
C
Zorgt dat alle programma's op je PC goed werken
D
Zorgt voor een connectie tussen de PC en beeldscherm

Slide 7 - Quiz

Wat doet de harde schijf in een PC?
(geldt ook voor SSD)
A
Deze voert alle berekeningen uit
B
Hierop worden bestanden opgeslagen
C
Deze zorgt dat de onderdelen stroom krijgen
D
Deze maakt de computer sneller

Slide 8 - Quiz

Een Muis is een vorm van?
A
Input
B
Output

Slide 9 - Quiz

Speakers zijn een vorm van?
A
Input
B
Output

Slide 10 - Quiz

Wat is sneller, een SSD of een harde schijf?
A
SSD (Solid State Drive)
B
harde schijf
C
SSD en harde schijf zijn even snel

Slide 11 - Quiz

een Harde schijf is een voor beeld van?
A
Randapparatuur
B
Software
C
Hardware

Slide 12 - Quiz

Hoe heet deze aansluiting?
A
USB
B
WiFi
C
Ethernet
D
VGA

Slide 13 - Quiz

Wat is een cloud-omgeving?
A
Het internet
B
Een netwerk
C
Opslagruimte op je computer
D
Locatie waar je op afstand dingen kunt opslaan

Slide 14 - Quiz

Wat is een voordeel van Cloud opslag?
A
goedkoper
B
Je kunt overal bij je bestanden
C
Het is veiliger
D
Je hebt geen internet nodig

Slide 15 - Quiz

Excel
Word
Powerpoint
Teams

Slide 16 - Drag question

Als je dit pijltje op je scherm ziet,
wat is daar dan?
A
de kiezer
B
de muisaanwijzer
C
de map
D
de taakbalk

Slide 17 - Quiz


Wat gebruik ik om op het internet te surfen?
A
Een taakbalk
B
Een muisaanwijzer
C
Een browser
D
Het bureaublad

Slide 18 - Quiz


Hoe heet dit?
A
Windows start
B
Windows verkenner
C
Een map
D
Een bestand

Slide 19 - Quiz

Hoe noemen we dit scherm?
(op je laptop zie je dan het Ronduit-logo)
A
de computer
B
het bureaublad
C
de menu
D
het bestand

Slide 20 - Quiz

wat voor soort computer is dit?
A
een Tablet
B
Een I-pad
C
Een Supercomputer
D
Een Laptop

Slide 21 - Quiz

Extra Vragen
Er komen nu een aantal vragen over onderwerpen die misschien nog niet besproken zijn!
Of in ieder geval al een tijd geleden.

Kijk eens hoeveel je er toch weet!

Slide 22 - Slide

Wat betekent dit symbool?
A
Uploaden
B
Downloaden
C
Verwijderen
D
Uitgang

Slide 23 - Quiz

Dit symbool komt in veel Office-programma's voor. Wat kun je er mee doen?
A
Cursief maken
B
Onderstrepen
C
Vet maken
D
Schuin maken

Slide 24 - Quiz

En wat kan je doen met dit symbool:
A
tekst onderstrepen
B
tekst vetgedrukt maken
C
tekst cursief maken
D
tekst groter maken

Slide 25 - Quiz

En met dit symbool?
A
tekst vetgedrukt maken
B
tekst onderstrepen
C
tekst een andere kleur geven
D
tekst cursief maken

Slide 26 - Quiz

Hoe verander ik de kleur van de letters?
A
B
C
D

Slide 27 - Quiz

Waar staat de afkorting AI voor?
A
Algemene Informatie
B
Artificial Information
C
Artificial Intelligence
D
Accurate Informatie

Slide 28 - Quiz

Wat gebeurt er als je in een niet-opgeslagen Office document
ALT+F4 indrukt?
A
Gevraagd wordt of je het document wilt opslaan
B
Het document sluit
C
Het document slaat zichzelf op
D
Niets

Slide 29 - Quiz

Waar sla je je documenten van school op, zodat je ze niet kwijt kunt raken?
A
Op mijn eigen laptop
B
Op mijn Google Drive
C
Op mijn USB-stick
D
Op mijn OneDrive

Slide 30 - Quiz

Wat doen Cookies?
A
Een klein bestandje op je laptop opslaan met gebruiksgegevens
B
Gebruiksdata opslaan bij de bouwer van de website
C
Advertenties tonen op basis van mijn internetgebruik
D
Data verzamelen over gebruikers van Facebook-apps

Slide 31 - Quiz

Kopiëren
knippen
plakken
CTRL + C
CTRL + V
CTRL + X

Slide 32 - Drag question