K1-W39-L11 L12

Bonjour
1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 65 min

Items in this lesson

Bonjour

Slide 1 - Slide

Doelen van de les
Aan het einde van deze les kun je
- een stripverhaal over familie en vakantie begrijpen (vervolg)
- woorden over familie kennen (blok B)
- lidwoorden gebruiken (D)

Slide 2 - Slide

Doelen van de les
Aan het einde van deze les kun je
- woorden over familie kennen (blok B)
- lidwoorden gebruiken (blok D)
- korte zinnen over je familie vertellen

Slide 3 - Slide

Planning
  1. Overhoring
  2. Lezen
  3. Woorden van blok B leren
  4. Lidwoorden leren

Slide 4 - Slide

Planning
  1. Woorden van blok B leren
  2. Lidwoorden leren
  3. Over je gezin vertellen

Slide 5 - Slide

1. Overhoring / Contrôle
Prend le cahier  /  Pak je schrift
Ecris la date d'aujourd'hui / Schrijf het datum van vandaag
Mercredi, le 27 septembre 2023


Slide 6 - Slide

2. Lezen : Ex. 10a t/m 12d
Prend l'ordinateur / Pak je laptop 
Ouvre l'ordinateur
Magister - Leermiddelen - GL - Chapitre 1 - B Lire

timer
10:00

Slide 7 - Slide

1. Woorden van blok B leren
Prends le livre p. 52

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Leer de gele woorden in tweetallen

Slide 10 - Slide

Prends le cahier / Pak je schrift
Ecris la date d'aujourd'hui:
Vendredi, le 29 septembre 2023

Slide 11 - Slide

Prends le livre
Ouvre le livre à la page 32
Fais Ex 16, p.32

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide


Fais Ex 18 p.34

Slide 15 - Slide

Huiswerk voor woensdag 4/10
1. Maak Ex. 17-18 p.33-34
2. Leer Blok B voor overhoring, p. 52 (F-N)

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

p.34

Slide 18 - Slide

p.34
C'est une piscine.
C'est un chat.
C'est un poisson.
C'est un chien.
C'est la piscine.

Slide 19 - Slide

Huiswerk voor vrijdag 29/9
1. Maak Ex. 10a t/m 12d af
2. Leer Blok B, p. 52 (F-N)

Slide 20 - Slide

Ik heb ...
J'ai ...

J'ai un livre.
J'ai un stylo.

Slide 21 - Slide

Parler de la famille
Prends le cahier.
Réponds en néerlandais (Beantwoord in het Nederlands)
Heb je een klein of een groot gezin? - Ik heb een ...
Heb jij broers en zusses? -Ja, ik heb ...

Slide 22 - Slide

Ecris en français
J'ai une grande famille (groot) / J'ai une petite famille (klein).
J'ai un frère  / une soeur.
J'ai un frère et une soeur.
J'ai deux frères (et) deux soeurs.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Huiswerk voor woensdag 4/10
1. Maak Ex. 17-18 p.33-34 af
2. Leer Blok B voor overhoring, p. 52 (F-N)

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Doelen van de les
Aan het einde van deze les kun je
- een stripverhaal over familie en vakantie begrijpen (vervolg)
- woorden over familie leren (blok B)
- lidwoorden gebruiken (D)

Slide 28 - Slide