Klas 2 14-10 (laatste les voor herfstvakantie)

Klas 2 nask
Donderdag 14-10
1 / 18
next
Slide 1: Slide
naskMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Klas 2 nask
Donderdag 14-10

Slide 1 - Slide

1. Wat zijn practicummaterialen?
A
spullen om te kunnen tekenen
B
Spullen die je bij practicum gebruikt.
C
Spullen die je bij de les nodig hebt
D
weet ik niet

Slide 2 - Quiz

2. Wat draag je altijd tijdens een practicum?
A
Een bril en labjas
B
Alleen een bril
C
Alleen een labjas
D
Een bril en handschoenen

Slide 3 - Quiz

3. Wat is geen scheikundig proces?
A
Het stollen van kippeneiwit
B
Het groeien van planten
C
Het rotten van bladeren in de herfst
D
Dit zijn allemaal scheikundige processen

Slide 4 - Quiz

4. Een ijsblokje die smelt.

Natuurkunde of Scheikunde?
A
Natuurkunde
B
Scheikunde

Slide 5 - Quiz

5. Wat hoort niet bij natuurkunde?
A
Vogels leggen eieren
B
hoe ontstaat een regenboog
C
's Zomers kan je beter lichte kleding dragen
D
Een batterij geeft elektrische stroom

Slide 6 - Quiz

6. Natuurkunde en scheikunde gaan over de ........................ natuur.
A
levende
B
niet-levende

Slide 7 - Quiz

7. Hoe heet de Nederlandse ruimtevaarder?
A
Paxi
B
Andre de Jong
C
Jurgen Kuipers
D
Andre Kuipers

Slide 8 - Quiz

8. Albert Einstein is een
A
Historicus
B
Muziekdocent
C
Natuurkundige
D
Bioloog

Slide 9 - Quiz

9. In welk jaar is Einstein geboren
A
1905
B
1920
C
1879
D
1854

Slide 10 - Quiz

10. Wat is een grootheid?
A
de maat waarin je meet
B
alles wat je kunt meten
C
een voorvoegsel
D
ander woord voor oppervlakte

Slide 11 - Quiz

11. Wat is GEEN grootheid?
A
Oppervlakte
B
Inhoud
C
Temperatuur
D
meter per seconde

Slide 12 - Quiz

12. Wat is een eenheid?
A
volume
B
inhoud
C
maatcilinder
D
liter

Slide 13 - Quiz

Een eenheid is....
A
Een eigenschap van iets die je kunt meten
B
De maat waarin je iets kunt meten
C
Hoe groot iets is

Slide 14 - Quiz

13. Welke eenheid is GEEN eenheid van tijd?
A
seconde
B
uur
C
jaar
D
stopwatch

Slide 15 - Quiz

14. Wat betekent 'de wetenschapper'?
A
docent
B
iemand die veel weet
C
onderzoeker
D
supermarkt medewerker

Slide 16 - Quiz

15. Wat is geen veiligheidsregel tijdens het practicum
A
Eet en drink niet in het practicumlokaal
B
Houd je stipt aan de voorschriften
C
Schrijf waarnemingen op in je schrift
D
Werk rustig en geconcentreerd

Slide 17 - Quiz

Noteer zoveel mogelijk GROOTHEDEN.

Slide 18 - Slide