Leerdoelen:
Je kunt practicummaterialen benoemen.
Je kunt van een aantal meetinstrumenten uitleggen waarvoor je ze gebruikt.
Je kunt het verschil tussen digitaal en analoog apparatuur uitleggen.
Je kunt veiligheidsregels en -middelen bij practicum noemen.
Je kunt de werking van brander uitleggen.
Je kunt de 3 soorten vlammen van de brander met hun eigenschappen noemen.