J Grammar - 3H2 19 september

19 september - 3H2
What do you need:
Your book
 notebook
A pen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

19 september - 3H2
What do you need:
Your book
 notebook
A pen

Slide 1 - Slide

11:00-11:50
Goals
At the end of the lesson I:

- know the 4 different ways to talk about the future
- can make a sentence using the future tense
- know when the test will be

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Homework done?
ex. 21+22 on wb. pg 18. 
Study irregular and phrasal verbs

Slide 3 - Slide

Niet nakijken
3 min -  max 11:05
Test Theme 1:
Wednesday the 28th of september (next week)
Study: All the words (D-E and E-D)
The Grammar (Short answers, May/Might/Be allowed to, and the Future tense)
The Stones (D-E and E-D)
Irregular verbs 1-45 (pg. 175)
Phrasal verbs 1-45 (pg. 176)




Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

Inductief stukje. Laat opschrijven.

4 min - 11:10
Wat schrijf je op:
Er staat een * voor de zin
Hoeft niet de hele zin, alleen wat schuin staat en wat onderstreept is

Tijdens de uitleg:
- ben je stil, tenzij je de beurt krijgt
- steek je je hand op als je het antwoord wil geven

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

J - Future 1
*will (not) + hele ww - om iets aan te bieden, bij beloftes, aankondigingen en besluiten. + Als je een voorspelling doet waarvoor je geen bewijs hebt.

We will get you some tea. (aanbieden/belofte)
Amy won't go to Spain this summer (aankondiging/besluit)
It won't be the best party ever (voorspelling zonder bewijs)

Slide 7 - Slide

mogen zelf samenvatten, zolang de onderstreepte onderdelen maar op papier staan
J - Future 2
*am/are/is + (not) going to + hele ww - aangeven dat iemand iets in de toekomst (niet) van plan is. + Bij voorspellingen waarvoor je wel bewijs hebt.

I am going to visit my uncle next week (ben je van plan)
Are we going to play that tennis match on Monday? (van plan?)
That car is out of control. It's going to crash. (voorspelling)

Slide 8 - Slide

Ook hier minimaal de onderstreepte dingen opschrijven
J - Future 3
* Present continuous - voor afspraken in de nabije toekomst waarvan de tijd en/of plaats al vaststaat.

Ron is meeting his sister at six o'clock 
They aren't working this weekend.
Are  Jo and Nico coming to the party at Mia's place?

Slide 9 - Slide

En hoe maak je ook al weer de present continuous?

Wat is het verschil met are they coming to the party at Mia's place en Are we going to play that tennis match on Monday?
1. Tennis staat nog niet vast. Er staat wel een tijd in maar ze gaan wel of niet met z'n 2en tennissen
2. Het feestje bij Mia gebeurt sowiezo, of Jo en Nico nou wel of niet komen, het feestje staat vast. (de plaats)
J - Future 4
*present simple - bij tijden die vaststaan volgens een vast schema, zoals aankomst- en vertrektijden en begin- en eindtijden

The store opens in ten minutes
Does the programme finish at five o'clock
The party doesn't depart at quarter to seven

Slide 10 - Slide

hoe maken we ook al weer de present simple?
J - Future summary
Samengevat: 
1. Will + hele ww
2. am/are/is + (not) going to + hele ww
3. present continuous
4. present simple

Slide 11 - Slide

Dus, wanneer gebruik je welke?
15 min - max 11:25
Let's practice
Vul het juiste antwoord in:

1. He ..... (to discuss) it during the meeting tomorrow.
2. As soon as I feel better, I ..... (to work) again.
3. Perhaps it ..... (to rain, ontkennend) tomorrow, so we can take the bike instead of the car.
4. Maak je eigen zin over iets dat je in de toekomst gaat doen.

Slide 12 - Slide

1. is discussing/is going to discuss 
2. am going to work - van plan
3. won't rain  - voorspelling geen bewijs
4. vraag 3 of 4 leerlingen


4 min to do + 3 min check = 7 min - max. 11:33
Zelf aan de slag
What: Do ex. 24+25 on pg. 20 of your wb.
How: Alone or in pairs, you may discuss softly.
Help: The grammar on sb. pg. 15, your notes, each other, teacher
Time: 10-15 minutes
Done: Study words G-I sb. pg. 18/19 (en mocht je 21+22 -het hw voor vandaag- nog niet gedaan hebben, kun je dat ook doen)
Outcome: This is also your homework

Slide 13 - Slide

10-15 min - max. 11:45
Homework
Bring: your reading book (The dogs)
Do: 24+25 wb pg. 20
Study: Words G-I pg. 18/19

Slide 14 - Slide

Backup for done quick:
Word searches/study the words
Goals
Raise your hand if the statement is true for you.

- I know the 4 different ways to talk about the future
- I can make a sentence using the future tense
- I know what my homework is 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions