O3a Biografías introducción

¡Buenos días!
Het eerste kwartier van de les is zonder laptop. Dus pak eerst je boek, schrift en pen.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

¡Buenos días!
Het eerste kwartier van de les is zonder laptop. Dus pak eerst je boek, schrift en pen.

Slide 1 - Slide

Programa de hoy
1. Introducción tema Biografías: vocabulario
2. Quiz de vocabulario
3. Pretérito indefinido
4A: Extra uitleg: zinnen maken
4B: A trabajar

Slide 2 - Slide

Objetivos de hoy
Je herkent de regelmatige vormen van de indefinido (verleden tijd).

Je kunt een korte zin maken in de verleden tijd om te vertellen over belangrijke gebeurtenissen in iemands leven.

Slide 3 - Slide

nacer

Slide 4 - Slide

ir al colegio

Slide 5 - Slide

ir al instituto

Slide 6 - Slide

aprender a conducir

Slide 7 - Slide

encontrar trabajo

Slide 8 - Slide

casarse

Slide 9 - Slide

¿Cómo se dice en español "geboren worden"?
A
casarse
B
trabajar
C
nacer
D
estudiar

Slide 10 - Quiz

Handige uitdrukkingen
empezar / comenzar a + heel werkwoord = beginnen
Juan empezó a jugar al fútbol en 2017.

aprender a + heel werkwoord = leren om
aprendí a tocar el piano en 2022

acabar de + heel werkwoord = stoppen met
Juan dejó de jugar al fútbol en 2021.

Slide 11 - Slide

Wat weet je nog van de werkwoorden ir en estar in de verleden tijd?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Indefinido
hablar
comer
vivir
(yo)
hablé
comí
viví
(tú)
hablaste
comiste
viviste
(él, ella, usted)
habló
com
viv
(nosotros/-as)
hablamos
comimos
vivimos
(vosotros/-as)
hablasteis
comisteis
vivisteis
(ellos/-as/ustedes)
hablaron
comieron
vivieron

Slide 14 - Slide

David ____ en España.
A
estudié
B
estudió
C
estudiá
D
estudí

Slide 15 - Quiz

Mis padres _____ en 1992
A
se casa
B
se cason
C
se casieron
D
se casaron

Slide 16 - Quiz

¿Dónde naciste?
Antwoord in een hele zin.

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Link

2 opciones
A. Blijf in het lokaal. Samen oefenen we met het maken van zinnen: hoe pak je dat aan? Wat is de juiste woordvolgorde? Hoe pas je de regels toe?

B. In het lokaal of op de gang: Je gaat zelf aan de slag met lees- en schrijfopdrachten. Dat mag op de gang. Je laat aan het einde van de les zien wat je gedaan hebt. Let op! Kom je er niet uit? Dan kom je terug in het lokaal en doe je mee!
Tekstboek p. 38, opdracht 2, 3. Tekstboek p. 44 opdracht 7.

Slide 19 - Slide