wederkerig voornaamwoord en werkwoord les 2

• NT2
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Mevrouw Elvira

woensdag 8 maart

Wat gaan we vandaag doen?

• De dag van vandaag
• Wederkerende werkwoord herhalen
• Wederkerig voornaamwoord
• huiswerk noteren

www.dedagvandaag.nl

Welke wederkerende werkwoorden ken je?

Wederkerende werkwoorden

Een wederkerend werkwoord heeft een wederkerend voornaamwoord zoals me/je/zich/ons.

 vervoeging

ik -mij/me

jij -je

u -zich

hij/zij -zich

wij -ons

jullie -je

zij -zich

Ik vergis mij/me

Jij vergist je

U vergist zich

Hij/zij vergist zich

Wij vergissen ons

Jullie vergissen je

Zij vergissen zich

Vaste wederkerende werkwoorden

Altijd met zich

zich haasten

zich vervelen

zich vergissen

Werkwoorden die soms wederkerend zijn soms niet

Sommige werkwoorden kun je met of zonder zich gebruiken

(zich) inschrijven

• Ik schrijf me in voor die cursus
• Ik schrijf mijn vriendin ook in voor die cursus.

Altijd met zich of soms?
zich wassen

1. Altijd
2. Soms

Altijd met zich of soms?
zich haasten

1. Altijd
2. Soms

Altijd met zich of soms?
zich vergissen

1. Altijd
2. Soms

Altijd met zich of soms?
zich opgeven

1. Altijd
2. Soms

Altijd met zich of soms?
zich snijden

1. Altijd
2. Soms

Jan haastte ____ om de trein te halen. zich of - ?

1. zich
2. -

Wel of geen zich in deze zin?

De lerares vergiste ____ in mijn naam. zich of - ?

1. zich
2. -

Aisha wast ____ haar baby.
zich of - ?

1. zich
2. -

Jan snijdt ____ het brood.
zich of - ?

1. zich
2. -

Hans brandt ____ zijn vingers aan de kachel. zich of - ?

1. zich
2. -

Hij heeft ____ nog nooit gebrand. zich of - ?

1. zich
2. -

Vanmorgen heeft hij ____ bij het scheren ook al gesneden.
zich of - ?

1. zich
2. -

Wat vul je in?

De kinderen vervelen ......... op school.

1. hun
2. zich
3. hen
4. je

Bent u .......... ervan bewust dat dit een stiltecoupé is?

1. zich
2. me
3. jou
4. uw

Wij vragen .......... af wanneer de lockdown afgelopen is.

Ik vergiste......in de datum.

Hij ergert........aan de herrie.

Wederkerig voornaamwoord

elkaar/elkander/mekaar

(each other)

Voorbeeld:

-We schudden elkaar de hand

-We zien mekaar morgen nog

-We hebben elkander niets te vertellen

Mijn broer en zijn vriendin trouwden met...............

Maak de zin af met een wederkerig voornaamwoord.
Wij hebben ruzie met......

Maak de zin af met een wederkerig voornaamwoord:
We vertrouwen ......

Disk

Bingo!

Kies 9 woorden uit de woordenlijst.

Huiswerk

Maandag 13-3  De Taalschool blz. 19 t/m 23

Deze week Wie is de Mol van 4 maart kijken

www.nieuwsbegrip.nl