Overal NaSk Hst 3.3 Faseovergangen

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Lesdoelen H3.4

Je kunt aan het einde van de les:

• eigenschappen van de fasen vaste stof, vloeistof en gas noemen;
  
• uitleggen wat  smeltpunt en kookpunt is
• de temperatuurlijn gebruiken om de fase van een stof te bepalen.

Faseovergangen

Faseovergangen

Temperatuurlijn

• Bij een temperatuur lager dan het smeltpunt (vriespunt of stolpunt) is een stof vast.
  
• Bij een temperatuur tussen het smeltpunt en het kookpunt in is een stof vloeibaar.
  
• Bij een temperatuur hoger dan het kookpunt is een stof gasvormig.
  

Hoe hoog is het smeltpunt/stolpunt van de stof?

(opd 17)

Wat is temperatuur?

 'Temperatuur' is een wetenschappelijk begrip. 

Het wordt gebruikt om te meten 

hoe warm of hoe koud iets is. 

Celsiusschaal

Fasen en faseovergangen

Hoe meet je temperatuur?

• Temperaturen met je met een thermometer.
  
• De temperatuur wordt uitgedrukt in graden Celsius.
  

Moleculen

• Moleculen zijn de kleinste deeltjes van een stof
• Die bestaan op hun beurt uit atomen
• Een watermolecuul - H O (2 atomen waterstof en 1 atoom zuurstof)

2

Vaste stoffen

• De moleculen van een vaste stof bewegen wel maar blijven op dezelfde plaats
• Kunnen moeilijk samengedrukt of vervormd worden
• Onderlinge aantrekkingskracht tussen moleculen is groot

Vloeistoffen

• De moleculen hebben een hoge snelheid, maar trekken elkaar nog wel aan
• Soms ontsnapt er een deeltje door de hoge snelheid
• Ze kunnen op een andere plek in de stof terecht komen

Gassen

• Moleculen bewegen zo snel dat ze niet meer aan elkaar vast blijven zitten, er is dus geen aantrekkingskracht meer
• Ze verspreiden zich overal in de ruimte
• Ze mengen zich met andere (gas)moleculen

Faseovergang

B

Zuivere stoffen en mengsels

Een zuivere stof bestaat uit 1 soort molecuul.

Een mengsel bestaat uit meerdere soorten moleculen

Opdrachten maken

Wat: Opdracht 32 t/m 47

Hoe: 10 minuten stil

Hulp: Buurman/vrouw of docent

Tijd: 

Klaar?: Nakijken 

De faseovergang van gas naar vloeibaar noemen we

1. verdampen
2. rijpen
3. sublimeren
4. condenseren

Wanneer verdampt water?

1. alleen als zon schijnt
2. alleen als het kookt
3. als we het water in de vriezer doen
4. bij elke temperatuur tussen 0 en 100 graden Celsius

De faseovergang van vloeibaar naar vast noemen we

1. verdampen
2. stollen
3. smelten
4. condenseren

De faseovergang van gas naar vast noemen we

1. verdampen
2. rijpen
3. sublimeren
4. condenseren

De faseovergang van vast naar vloeibaar noemen we

1. smelten
2. stollen
3. sublimeren
4. condenseren

Het is vriespunt van alcohol?

1. 78 graden Celcius
2. -114 graden Celcius
3. 0 graden Celcius
4. Geen van allen

(klik op het plaatje)
Het is 25 C welke fase heeft azijnzuur?

1. Vloeibaar
2. Vast
3. Gas
4. Geen van allen