This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom
Tas van tafel
Laptop + Binas pakken
Ga in deze Lesson-Up
Slide 1 - Slide
Planning
Slide 2 - Slide
Deze les:
- Terugblik vorige les
- Uitleg LessonUp met leerdoelen 10.5 en 10.6
- Zelfstandig werken aan leerdoelen
Staat oefentoetsje klaar
Slide 3 - Slide
Doel
Je kunt uitleggen hoe vaccins in het algemeen werken.
Je kent de verschillende vormen van immuniteit
Slide 4 - Slide
Geheugencellen zorgen voor immuniteit. Wat houdt dat in?
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Werkt vaccineren echt?
A
Nee
B
Niet overtuigd
C
Denk het wel
D
Ja
Slide 7 - Quiz
de spike-eiwitten aan de buitenkant van een corona virusdeeltje worden herkend door de afweer als lichaamsvreemd. De spike-eiwitten zijn:
A
Antistoffen
B
Antimoleculen
C
Antivaccers
D
Antigenen
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
werking vaccin?
Je geeft het lichaam de juiste antigenen (spike-eiwitten)
zonder een ziekteverwekker die zich kan vermenigvuldigen.
de specifieke afweer maakt wél antistoffen en geheugencellen.
Je wordt wel immuun, je wordt niet (ernstig) ziek
Slide 10 - Slide
Bijwerkingen
Passen bij een milde infectie
(je afweer wordt wel actief en gaat antistoffen en geheugencellen maken)
Deze productie kost heel veel voedingsstoffen en energie
Slide 11 - Slide
Er zijn twee soorten immuniteit. Wat is het grote verschil en hoe komt dat? (overleg met buur)
Slide 12 - Slide
biologiepagina.nl
Slide 13 - Link
In Nederland krijgen jongeren een prik tegen het HPV-virus. Wat voor soort immuniteit levert dat op?
A
Natuurlijke actieve immuniteit
B
Natuurlijke passieve immuniteit
C
Kunstmatige actieve immuniteit
D
Kunstmatige passieve immuniteit
Slide 14 - Quiz
De griepprik en de coronaprik zorgen voor actieve immunisatie. Toch moeten veel mensen met verhoogde gezondheidsrisico's elk jaar een griepprik halen (en wellicht ook coronaprikken). Leg dit uit.
Slide 15 - Open question
Op tijdstip P wordt iemand geïnfecteerd met een bepaalde ziekteverwekker. Op tijdstip Q, een jaar later, treedt voor de tweede maal infectie op met eenzelfde ziekteverwekker. De concentratie antistoffen in het bloed van deze persoon ondergaat hierdoor veranderingen.
Welk van de weergegeven diagrammen geeft de te verwachten concentraties antistoffen weer als gevolg van infecties op de tijdstippen P en Q?
A
Diagram 1
B
Diagram 2
C
Diagram 3
D
Diagram 4
Slide 16 - Quiz
trombose
Astra Zenica trekt vaccin terug
Slide 17 - Slide
NOS.NL
"Voor het vaccin werd toegelaten, werd overigens onder ruim 24.000 proefpersonen onderzoek gedaan. Aandoeningen door bloedstolsels kwamen toen bij 12 mensen voor. In de placebogroep kregen 8 mensen last, in de gevaccineerde groep waren dat er 4."
Slide 18 - Slide
Maak een onderzoeksopzet om te onderzoeken of een Astrazeneca vaccin trombose veroorzaakt. (3p)
Slide 19 - Open question
Huiswerk
Maak de basiskennis vragen van 10.7
Maak samenvatting / verwerk leerdoelen deze LessonUp