Ravj - 3.1 t/m 3.4

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2024-2025
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2024-2025

Slide 1 - Slide

Programma
1e lesuur 
- Lesdoelen
 - Theorie
 - Aan de slag
2e lesuur

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les
Kan je verklaren dat rente de prijs is voor het uitstellen van je consumptie
Kan je uitleggen waarom sparen en lenen voorbeelden zijn van ruilen over tijd
Kan je uitleggen wat voorraadgrootheden en stroomgrootheden zijn.

Slide 3 - Slide

Ruilen over tijd

Slide 4 - Slide

Stroom- en Voorraadgrootheid
Als je je financiële situatie op een rijtje wilt zetten dan kan je dat op twee manieren doen

1. stroomgrootheid
2. voorraadgrootheid

Slide 5 - Slide

Stroomgrootheid

Stroomgrootheden meet je over een bepaalde periode, dus bijvoorbeeld: je inkomen in de maand november


Andere voorbeelden: rente, afschrijvingen en aflossingen


Slide 6 - Slide

Voorraadgrootheid

 Voorraadgrootheden meet je op een bepaald moment, dus bijvoorbeeld: je spaargeld op 29 november 2021


Andere voorbeelden: schuld, waarde van je auto

Slide 7 - Slide

Leg uit waarom studeren ook een voorbeeld is van ruilen over tijd

Slide 8 - Open question

studeren is ruilen over de tijd

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Samenvattend
Studeren = investeren in menselijk kapitaal / human capital (kennis en vaardigheden)
Studeren = het vergroten van jouw verdiencapaciteit (het bedrag dat jij maximaal kan verdienen)

Slide 11 - Slide

En als je later dan eenmaal een leuk inkomen hebt....

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Directe of indirecte belasting?
Inkomstenbelasting gaat direct van je werkgever naar de belastingdienst. Het is dan ook een directe belasting.

Bij de BTW bijvoorbeeld betaal je eerst aan een winkelier en die geeft het door aan de belastingen. Dat is indirect.

Slide 16 - Slide

Loon- en inkomensheffing
Bruto loon = afgesproken loon tussen werkgever en werknemer

Netto loon = bruto loon - belastingen & premies volksverzekeringen

Loonheffing = voorheffing belastingen & premies volksverzekeringen (maandelijks)


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Belastbaarinkomen
Het inkomen dat overblijft na de aftrekposten noemen we het belastbaar inkomen. Schematisch kan je dat alvolgt weergeven:
Bruto jaarinkomen
Aftrekposten      -
Belastbaarinkomen

Slide 19 - Slide

Stappenplan uitrekenen inkomensheffing
Stap 1: Belastbaar inkomen uitrekenen:
               Bruto inkomen  + bijtellingen -aftrekposten= belastbaar inkomen
Het belastbaar inkomen is het inkomen waarover je belasting/inkomensheffing moet betalen
Aftrekposten zijn dingen als; pensioenpremie,  rente over je hypotheek en reiskosten.

Stap 2: het schijvensysteem toepassen
Stap 3: de heffingskorting(en) er af halen.


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Stappenplan uitrekenen inkomensheffing
Stap 2: het schijvensysteem toepassen


Stap 3: de heffingskorting(en) er af halen.

Voorbeelden van heffingskortingen zijn: algemene heffingskorting, arbeidskorting


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Slide 24 - Slide

Schijvenstelsel box 1

Slide 25 - Slide

Aan de slag
Maken tot en met 3.4 + 2.9 en 2.10
Klaar? Maken tot en met 3.6

Slide 26 - Slide