Week 7 15-10 ISK-G thema 3




Het is vandaag
woensdag.
De datum is
15 oktober 2024.
1 / 47
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 47 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson




Het is vandaag
woensdag.
De datum is
15 oktober 2024.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • herhalen getallen
  • oefenen met het werkwoord
  • voorlezen

Slide 2 - Slide

Vragen beantwoorden
Vraag                                                          Antwoord
  • Hoe heet jij?                                            Ik heet Amina
  • Waar woont zij?                                     Zij woont in Amstelveen
  • Wat heb jij gisteren gedaan?           Ik heb gisteren gevoetbald
  • Hoe laat ben jij klaar?                          Ik ben om vier uur klaar

Geef antwoord met een hele zin!

Slide 3 - Slide

Oefenen

                                                                                             kans op
                                                                                             zon (procent)

                                                                                             temperatuur
                                                                                              (graden)

                                                                                             kans op
                                                                                             neerslag

                                                                                             wind

Beantwoord de vragen in je schrift:
  • Hoe warm wordt het woensdag?
  • Wat is de minimum temperatuur op zaterdag?
  • Waar komt de wind op vrijdag vandaan?
  • Hoe groot is de kans op regen op donderdag?
  • Hoeveel neerslag val er op vrijdag?
  • Welke datum is heet zaterdag?

Slide 4 - Slide

Woordzoeker
Werkwoorden uit thema 1 t/m 3

Slide 5 - Slide

Werkwoorden vervoegen

Slide 6 - Slide

De stam is niet de ik-vorm

Slide 7 - Slide

De stam krijgt een uitgang
+ EN

Slide 8 - Slide

Let op: lange klank
  • horen
  • leren
  • lopen
  • praten
  • heten
  • maken
Schrijf in je schrift:
  • de stam
  • de ik-vorm
  • de jij-vorm

Slide 9 - Slide

Let op: korte klank
  • pakken
  • zeggen
  • plakken
  • tellen
  • knippen
  • liggen
  • zitten
Schrijf in je schrift:
  • de stam
  • de ik-vorm
  • de jij-vorm

Slide 10 - Slide

Wat heb je geleerd?
  • vragen in hele zinnen
       beantwoorden
  • getallen uitspreken
  • werkwoorden met korte
       en lange klanken vervoegen

Slide 11 - Slide

     Het boek
Amina komt uit Somalië. 
Zij is als tiener alleen naar Nederland gevlucht. 
Haar vriendin Lina ontdekt dat  Amina heel hard kan lopen. 

Slide 12 - Slide

de sporthal/de gymzaal

Slide 13 - Slide

de kleedkamer

Slide 14 - Slide

onzeker

Slide 15 - Slide

atletiekbaan

Slide 16 - Slide

geblesseerd

Slide 17 - Slide

daarna is het haar beurt
Vier meisjes beginnen

Daarna mag Amina lopen met drie andere meisjes. 

Daarna is het haar beurt.
(it's her turn)

Slide 18 - Slide

     startlijn                                             startschot

Slide 19 - Slide

knuffelen - iemand een knuffel geven (a hug)

Slide 20 - Slide

een schouderklopje geven

Slide 21 - Slide

de folder

Slide 22 - Slide

geld sparen

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

BOGGLE
maak zo veel mogelijk woorden
met de 16 letters

bijvoorbeeld
p-r-o-e-f = 3 punten
a-f-m-e-t-e-n = 5 punten

Slide 25 - Slide

Lange klank
Korte klank
Wat hoor je?
Lange
klank
Korte
klank

Slide 26 - Slide

Ik kan
de voorzetsels 
na, bij, achter, voor, boven en onder 
gebruiken




Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link

Gezin en familie

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link

Werkwoorden

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Link

Mijn familie

Slide 33 - Slide

Mijn stamboom
Mijn moeder heet ...
Ik heb ... broer(s).
Ik heb ... zus(sen).
Mijn ouders wonen in ...

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Het woord



- - - - - - - - - - - - - 

Slide 36 - Slide

Wat is je telefoonnummer?

Slide 37 - Slide

Maak de oefeningen
Bladzijde 122 - 125

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Tekst met leestekens
Mijn naam is Stella en ik ben zestien jaar oud. Ik woon samen met mijn ouders en broer in Rotterdam. Mijn vader heet Jan en is veertig jaar oud. Mijn moeder heet Estelle en is achtendertig jaar oud. Zij zijn samen al meer dan tien jaar getrouwd.

Schrijf in je schrift:
  • Wanneer schrijf je een punt?
  • Wanneer schrijf je een woord met een hoofdletter?


Slide 40 - Slide

  • Hoe laat is het?
  • Stop!
  • Ik heb slecht geslapen.
  • Wat zegt u?
  • Gefeliciteerd!
  • Morgen is het woensdag.
Punt  .

Aan het einde van een zin.

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Link

Slide 43 - Slide

Kijk naar de woorden 
timer
2:00

Slide 44 - Slide

timer
2:00
Schrijf de woorden op

Slide 45 - Slide

Week 4 09-25 ISK-G

Slide 46 - Slide

Wedstrijdje

Slide 47 - Slide