H3 GL6A, verbes, pdc 2

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Havo 3 Frans periode 4

Bienvenue!

bidden/ gebed

Wat valt je op aan het gebed/ het bidden van Hannah?

La prière 'le Pater'

Onze Vader ...

Doelen- en toetsoverzicht periode 4

Aan het eind van deze periode kan ik:

... de woorden en zinnen die te maken hebben met vrije tijd/ sport; communicatie; gevoelens correct vertalen (FN) = examenidioom

... mijzelf schriftelijk voorstellen en schrijven over mijn gewoontes (hoe laat ik opsta, naar school ga, etc), hobby's, baantjes en karakter = GL hfst 6

... een hoofdzin in een logische/ correcte volgorde opschrijven = GL hfst 6

... de regelmatige werkwoorden op -er, -ir, en -re correct gebruiken in de présent, de passé composé, de imparfait en de futur simple en de onregelmatige werkwoorden être, avoir, faire, aller en venir = cahier de verbes

... het delend lidwoord correct gebruiken = GL hfst 5

... personen/ dieren/ dingen met elkaar vergelijken = GL hfst 6

... uit korte, eenvoudige teksten de belangrijkste informatie benoemen. De teksten gaan over vertrouwde onderwerpen in alledaagse taal. De woordenschat bestaat uit woorden die veel voorkomen. Het niveau is A2 (ERK) = leesvaardigheid

SO week 20

- SCHRIJFTOETS week 25

- la phrase du cours

- vlog Luik

SO week 23

REPETITIE week 27

voeg jezelf toe aan de klas:

uitleg en extra oefenmateriaal

vooruitkijken

Ik kan ...

2. mijzelf schriftelijk voorstellen en schrijven over mijn gewoontes (hoe laat ik opsta, naar school ga, etc), hobby's, baantjes en karakter (=vocabulaire) 

3. een hoofdzin in een logische/ correcte volgorde opschrijven

4a. de regelmatige werkwoorden op -er, -ir, en -re correct gebruiken in de présent, de passé composé, de imparfait en de futur simple en être/ avoir

parl

parl

parl

parl

parl

parl

parl

parl

parl

parl

as

a

avons

avez

ont

parlé

parlé

parlé

parlé

parlé

parler

parler

parler

parler

parler

wij hebben gesproken

1. nous parlons
2. vous avez parlé
3. nous avons parlé
4. vous parlerez

jullie zullen laten zien
(montrer)

vul aan m.b.v. je aantekeningen

dus ... vertaal ...

Hij zal een fiets maken

1. il fera un vélo
2. elle fait un vélo
3. ils ont fait un vélo
4. il faisait un vélo

Wij hebben Frans gekozen

1. nous choisissons le français
2. on a choisi le français
3. Nous avons choisi le français
4. on choisira le français

De plant groeit
(grandir)

vul aan m.b.v. je aantekeningen

dus ... vertaal ...

ik heb het boek verkocht
(vendre)

kijkvragen

1. Wat voor type filmpje is dit?
2. Hoe heet het programma in Nl dat aangekondigd wordt?
3. Waar komt de leverancier aan het eind van het filmpje?
4. Welke beroemdheid ken je die hieraan meegedaan heeft?
5. wat vond jij van dit programma?

TF1 : Mask Singer (Saison 3) - Bande Annonce 3 (2022)

kijkvragen

1. Wat voor type filmpje is dit?
2. Hoe heet het programma in Nl dat aangekondigd wordt?
3. Waar komt de leverancier aan het eind van het filmpje?
4. Welke beroemdheid ken je die hieraan meegedaan heeft?
5. wat vond jij van dit programma?

TF1 : Mask Singer (Saison 3) - Bande Annonce 3 (2022)

La phrase du cours*

'De panda is schattig, hij heeft succes bij 'le chanteur masqué'

de panda =

le panda

bij = à

*Iedere les een nieuwe zin om te vertalen

De panda is schattig, hij heeft succes bij 'le chanteur masqué.
Hoeveel zinnen vertaal je éigenlijk?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Vertaal:
Hij heeft succes (GL6ABEF)

c'est en forgeant on devient forgeron

Au travail: les devoirs 

Faire (maken): 

• Grandes Lignes 6A (ex. 4 t/m 7)
  
• la phrase du cours 2
• cahier de verbes -er/ -ir/ -re

Apprendre (leren):

• examenidioom 7, 8, 9 (SO week 20)
• Grandes Lignes 6AH 
• cahier de verbes (cdv) -er, -ir, -re, avoir, être (SO week 23)

Werk zachtjes, 

zodat iedereen zich kan concentreren

vraag zoveel mogelijk om hulp!

3. een hoofdzin in een logische/ correcte volgorde opschrijven

4a. de regelmatige werkwoorden op -er, -ir, en -re correct gebruiken in de présent, de passé composé, de imparfait en de futur simple

terugkijken

doel 1 luistervaardigheid

een gesprek over het thema eten (A2-niveau) begrijpen: Ik kan vragen over dit gesprek correct beantwoorden

Ik kan ...

2. mijzelf schriftelijk voorstellen en schrijven over mijn gewoontes (hoe laat ik opsta, naar school ga, etc), hobby's, baantjes en karakter (=vocabulaire)

3. een hoofdzin in een logische/ correcte volgorde opschrijven

4a. de regelmatige werkwoorden op -er, -ir, en -re correct gebruiken in de présent, de passé composé, de imparfait en de futur simple en avoir/ être

Ticket de sortie:

Vervoeg het werkwoord in de tijd die je krijgt

Au revoir!

Hoe vul je deze tabel aan? (kopieer format van LB)

wat is wat ook alweer?

dus ... vertaal ...

vul aan m.b.v. je aantekeningen

dus ... vertaal ...