- Begint met het voorvoegsel ge-, ver-, be-, her-, ont-, aan-.
- Er staat altijd een extra werkwoord in de zin; een vorm van hebben, zijn, willen, zullen, worden, kunnen, mogen, moeten.
Hoe vervoeg je het?
Voorvoegsel - ik-vorm - t / d ('t x-kofschip of verlengen)
Voorbeelden:
Ik heb de film gedownload.
Vandaag hebben Dairon en Kevin in het park geskatet.