3. Figuurlijk taalgebruik (H17)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Figuurlijk taalgebruik

Binnen = beginnen!

Pak je leesboek.

Je leest alleen en in stilte.

Theorie (5 minuten)

Figuurlijk taalgebruik

 

Aan de slag

Werkblad + spreekwoordenposter

Huiswerk voor vrijdag: nakijken opdracht vandaag

Vorige les

H16 - Woordraadstrategieën

Letterlijk of figuurlijk?

Een eitje koken

Koken van woede

In het Nederlands maken we veel gebruik van figuurlijk taalgebruik 

• Spreekwoorden en gezegden

Letterlijk of figuurlijk?

Mandy tikt de buurjongen op zijn rug.

1. letterlijk
2. figuurlijk

Letterlijk of figuurlijk?

De eigenaar tikte de huurder op de vingers.

1. letterlijk
2. figuurlijk

Letterlijk of figuurlijk?

Hij werd flink aan de tand gevoeld.

1. letterlijk
2. figuurlijk

Letterlijk of figuurlijk?

Naast de heg ligt een dode mus.

1. letterlijk
2. figuurlijk

Letterlijk of figuurlijk?

Dit klaslokaal is een zwijnenstal.

1. letterlijk
2. figuurlijk

Je krijgt straks twee werkbladen. Jij kiest welk werkblad je maakt. 

Klaar?

1.  Haal een antwoordblad bij je docent en kijk je antwoorden na.

2.  Oefen online met leesvaardigheid via de link in Teams of lezen in je boek.

Werkblad A

Oefeningen uit Kern. 

Kies 5 oefeningen die je gaat maken. 

Werkblad B

Spreekwoordenposter.

Match de gebeurtenis op de poster met het juiste spreekwoord.

Theorie

Figuurlijk taalgebruik (H17)

 

Aan de slag

Werkbladen

Huiswerk

Antwoorden nakijken (Teams)

Volgende les

H29 - Tekststructuur: inleiding-kern-slot