Voedselrelaties

Voedselkring-loop
Start met planten
Eindigt met reducenten die mineralen maken voor de plant
1 / 38
next
Slide 1: Slide
Middelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Voedselkring-loop
Start met planten
Eindigt met reducenten die mineralen maken voor de plant

Slide 1 - Slide

Producenten
Planten produceren (maken) glucose (voedingsstof)
Aantekening

Slide 2 - Slide

Consument
Eet of een plant (planteneter/herbivoor) of een ander dier (vleeseter/carnivoor)
Aantekening

Slide 3 - Slide

Reducent
Bacteriën & schimmels
Breken dode planten- en dierenresten af tot mineralen
Mineralen gaan weer naar de plant => fotosynthese
Aantekening

Slide 4 - Slide

Producenten: planten
Consumenten: planteneters, vleeseters, alleseters en afvaleters.
Reducenten: Schimmels en bacterieën

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Autotroof
organisme kan uit anorganische stoffen organische stoffen maken
Planten kunnen van anorganische stoffen glucose (organisch) maken. 

Slide 7 - Slide

Heterotroof
Organisme heeft andere organismen nodig om aan organische stoffen te komen
Consumenten + reducenten

Slide 8 - Slide

Anorganisch

Slide 9 - Slide

Organisch

Slide 10 - Slide

Autotroof - Planten, bacteriën & algen

Heterotroof - dieren, schimmels, bacteriën

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Voedselweb
Gaat door elkaar
Pijl wijst naar het organisme waar het opgegeten dier in verdwijnt!

Slide 13 - Slide

Begint met producent (plant)
Eindigt met een consument

Voedselketen

Slide 14 - Slide

Voedselketen

Slide 15 - Slide

voedselketen

Slide 16 - Slide

0

Slide 17 - Video

Voedselketen

Slide 18 - Slide

0

Slide 19 - Video

Voedselketen
Voedselweb

Slide 20 - Slide

Invloeden van het milieu
  • Biotische factoren (levende factoren)




  • Abiotische factoren (levenloze factoren)

Slide 21 - Slide



Klimaat:
- Regen
- Wind
- Temperatuur


Bodem:
- Mineralen
- Water
- Steen of zand
Abiotische factoren
Uit levenloze natuur

Slide 22 - Slide



Dieren:
- vijanden
- voedsel



Planten:
- Voedsel
- Bescherming
- Woning
Biotische factoren

Uit levende natuur

Slide 23 - Slide

Biotoop






de abiotische factoren in een bepaald gebied
Aantekening

Slide 24 - Slide

biotoop
alle abiotische factoren in een bepaald gebied.

Iedere biotoop heeft andere planten of dieren 
(biotisch = levend) 
en ander soort grond of temperatuur 
(a-biotisch = niet levend)

Slide 25 - Slide

Ecosysteem
Alle biotische en abioticshe factoren in een gebied
Aantekening

Slide 26 - Slide

Levensgemeenschap
Alle biotische factoren in een gebied
Aantekening

Slide 27 - Slide

Populatie
alle organismen van één soort in een bepaald gebied
Aantekening

Slide 28 - Slide

Soort
Organismen die samen kunnen voortplanten & vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
Aantekening

Slide 29 - Slide

Individu
Eén enkel organisme in een populatie
Aantekening

Slide 30 - Slide

Biotische & abiotische factoren
levende factoren
levenloze factoren

Slide 31 - Slide

Bevers leven in gebieden met veel water, bomen en struiken. Hoe wordt zo’n gebied met alle biotische en abiotische factoren daarin genoemd? 
ecosysteem
piramide van biomassa 
populatie
voedselweb 

Slide 32 - Drag question

Welke twee stoffen verbruiken de bekerplanten bij de fotosynthese? zet de plaatjes bij goed of fout

Slide 33 - Drag question

Producent
Consument
Reducent
Voedingsstoffen maken
Resten afbreken tot mineralen
Voedingsstoffen gebruiken

Slide 34 - Drag question

wie is wie? sleep de juiste afbeelding naar de juiste plek

afvaleter
reducent
consument
producent

Slide 35 - Drag question

Waar
Niet waar
Dieren zijn consumenten
een plant is een consument
biomassa is de totale massa dat producten eten
planten en schimmels zijn allebei recudenten
schimmels en bacterien zijn reducenten
in de cellen met bladgr.korrels vindt fotosynthesie plaats
een voedelketen eindigt altijd met een plant

Slide 36 - Drag question

Afvaleters
Consumenten
Reducenten

Slide 37 - Drag question

Slide 38 - Slide