startles lezen + basisvragen

Begrippen
Titel
Deeltitel
Indeling tekst
alinea's
kernzinnen
onderwerp
deelonderwerp
hoofdgedachte
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Begrippen
Titel
Deeltitel
Indeling tekst
alinea's
kernzinnen
onderwerp
deelonderwerp
hoofdgedachte

Slide 1 - Slide

Titel
De titel van een tekst staat boven de tekst.
Titel en onderwerp hoeven niet overeen te komen.
Soms is een titel ook een "aandachtstrekker"

Slide 2 - Slide

Tekstopbouw
Een tekst heeft altijd een bepaalde opbouw, dit noem je tekstopbouwekstopbouw.
De tekstopbouw kan op twee manieren voorkomen:
driedeling: inleiding - kern - slot
tweedeling: inleiding - kern

Slide 3 - Slide

Inleiding
De inleiding geeft meestal de informatie over het onderwerp van de tekst. 

Slide 4 - Slide

Kern
De kern is het langste deel van een tekst en behandelt het onderwerp. In de kern kun je vaak deelonderwerpen (alinea's) onderscheiden.

Slide 5 - Slide

Slot
Als de tekst bestaat uit een driedeling bevat de tekst altijd een slot. In het slot staat een korte samenvatting van de tekst of  het slot geeft een conclusie. onclusie. 

Slide 6 - Slide

Opbouw van alinea's
Elke tekst bevat alinea's. Ook de alinea's hebben een duidelijke opbouw. Een alinea bestaat uit een hoofdmededeling en een uitleg of uitwerking daarvan.
De zin waar de hoofdmededeling in staat noemen we de kernzin. De kernzin is meestal de eerste, tweede of laatste zin van de alinea. 

Boven één of een aantal alinea's kan een tussenkopje staan. 


Slide 7 - Slide

0

Slide 8 - Video

Onderwerp/ deelonderwerp
Het onderwerp van een tekst geeft aan waar de tekst over gaat. 
Het onderwerp geef je weer in één of een paar woorden. 

Het deelonderwerp is het onderwerp van één of meer alinea's. 

Slide 9 - Slide

Hoofdgedachte
De hoofdgedachte geeft aan wat de schrijver van het onderwerp vindt. 
Stel jezelf de vraag: wat zegt de schrijver over het onderwerp? Het antwoord op deze vraag is de hoofdgedachte van de tekst. De hoofdgedachte geef je weer in een zin.

Slide 10 - Slide

0

Slide 11 - Video

Hoofd- en bijzaken

Niet alle informatie van een tekst is belangrijk. Als je een tekst wilt samenvatten noteer je alleen de hoofdzaken, de belangrijke dingen die in een tekst worden gezegd.
De bijzaken zijn de minder belangrijke informatie. Die kun je weglaten. 

Kijk het filmpje over hoofd- en bijzaken.

Slide 12 - Slide

0

Slide 13 - Video

0

Slide 14 - Video

Opdracht
Bestudeer de gegeven tekst en beantwoord de volgende vragen:

1. Wat is de titel van de tekst.
2.Heeft de tekst een ondertitel? Zo ja, welke.
3. Hoeveel alinea's heeft de tekst? 
4. Heeft de tekst een twee- of een driedeling?


Slide 15 - Slide

Opdracht vervolg
5. Heeft de tekst tussenkopjes? Zo ja, welke?
6. Formuleer van een tweetal alinea's de kernzin.
7. Wat is het onderwerp van de tekst?
8. Wat zijn de deelonderwerpen?
9. Wat is de hoofdgedachte?
10. Wat zie je verder aan opvallende zaken?

Slide 16 - Slide