This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Wat is de definitie van sociaal gedrag?
Slide 1 - Mind map
Slide 2 - Slide
Sociaal gedrag
= gedrag van soortgenoten ten opzichte van elkaar.
Handelingen = signalen.
Slide 3 - Slide
Vormen van sociaal gedrag
Voortplantingsgedrag (balts)
Territoriumgedrag
Conflictgedrag (3 vormen)
Rangorde
Staten
Slide 4 - Slide
* Territoriumgedrag en conflictgedrag.
Territorium --> voedsel en ruimte om nakomelingen groot te brengen.
Conflictgedrag
--> Oversprong gedrag
--> Omgericht gedrag
--> Ambivalent gedrag
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
* Rangorde en statenvormende insecten.
Conflicten voorkomen vb. bavianen
--> Dreig- en imponeergedrag
--> Verzoeningsgedrag
Staten --> taakverdeling
Slide 7 - Slide
Dit is een voorbeeld van..
A
dreiggedrag
B
overspronggedrag
C
baltsgedrag
D
omgericht gedrag
Slide 8 - Quiz
Territorium - Territoriumgedrag Wat is NIET waar?
A
Een territorium is een eigen leefgebied
B
De grenzen van een territorium worden afgebakend
C
Vooral vrouwtjes bewaken het territorium
D
Het territorium wordt verdedigd door te dreigen en evt. te vechten is territoriumgedrag
Slide 9 - Quiz
Twee katers die hevig naar elkaar dreigen, gaan plotseling beide hun vacht schoonlikken. Hoe heet het gedrag dat de katten dan vertonen?
A
imponeergedrag
B
overspronggedrag
C
omgericht gedrag
D
ambivalent gedrag
Slide 10 - Quiz
Bij veel dieren die in groepen leven is er sprake van een rangorde. Wat is een rangorde?
A
De volgorde van dieren van oud naar jong
B
De volgorde waarin dieren mogen eten
C
Het oudste dier is de baas
D
Ieder dier kent zijn plaats
Slide 11 - Quiz
Hoe heet het gedrag wat je vertoont (naar een organisme in een hogere orde) om een conflict te vermijden
A
overgeefgedrag
B
imponeergesdrag
C
statengedrag
D
verzoeningsgedrag
Slide 12 - Quiz
Bas heeft zijn 4 kippen geobserveerd om te kijken wie elkaar pikt. Zijn resultaten: *kip 1 pikt kip 4 *kip 2 pikt kippen 1, 3 en 4 *kip 3 pikt kip 1 en 4 Wat is de rangorde in de ze groep?
A
kip 2 staat boven aan de rangorde, kip 4 onderaan
B
kip 4 staat boven aan de rangorde, kip 2 onderaan
C
de volgorde in rangorde is
kip 3, 4, 2 en als laatste 1
D
de volgorde in rangorde is
kip 2, 4,3 en als laatste 1