8/3: hulpwerkwoorden + presentaties

Welkom!
Pak alvast: grammaticaboekje en pen & papier
Deel je presentatie met mij via de mail!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Pak alvast: grammaticaboekje en pen & papier
Deel je presentatie met mij via de mail!

Slide 1 - Slide

Deze les
Presentaties
Opfrissen
Uitleg hulpwerkwoord
Opdrachten hulpwerkwoord

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les...
...kan je hulpwerkwoorden van tijd en modaliteit onderscheiden.

Slide 3 - Slide

Presentaties
  • Beoordeling: elk onderdeel max. 3 punten
  • Presentaties op volgorde van de lijst in Magister
  • 4-6 minuten
  • Publiek: pak pen en papier > noteer per presentatie een tip en een top (inhoudelijk, niet alleen over hoe iemand praat/ erbij staat)

Slide 4 - Slide

Zww en kww
  • Hoe noemen we het belangrijkste ww in een zin met een werkwoordelijk gezegde?
  • En wat is het belangrijkste ww in een zin met een naamwoordelijk gezegde?
  • Waarom zeggen we dat het zww de baas is in een zin met een werkwoordelijk gezegde? 

Slide 5 - Slide

Zww
Wat is in deze zin het zww? 

'Zullen wij morgen gaan zwemmen?'

Slide 6 - Slide

Kww
Wat is in deze zin het kww? 

'Zij blijkt heel populair te zijn op instagram.'

Slide 7 - Slide

Hww
  • De overige werkwoorden in een zin noemen we hulpwerkwoorden
  • 2 soorten: hulpwerkwoord van tijd en hulpwerkwoord van modaliteit

Slide 8 - Slide

Hww van tijd
'Jan heeft gefietst.' 
  • Wat is het belangrijkste ww? 
  • En wat doet het hulpwerkwoord?
  • 'Heeft' geeft aan wanneer 'fietsen' plaatsvindt: dat is al gebeurd; Jan is klaar met fietsen.
  • Vergelijk: 'Ik zal je bellen.'

Slide 9 - Slide

Hww van modaliteit
1. Zij kan pianospelen. 
Mogelijke betekenissen:
- Het is voor haar mogelijk om piano te spelen (als ze wil).
- Zij weet hoe ze moet pianospelen.
2. Zij moet pianospelen. 
Mogelijke betekenissen:
- Zij is verplicht tot pianospelen.
- Zij kan het pianospelen niet laten. (Zij moet pianospelen.)

Slide 10 - Slide

Hww van modaliteit
  • Bijv. 'kunnen', 'moeten'
  • Een modaal hulpwerkwoord heeft invloed op de betekenis van het hoofdwerkwoord
  • We bekijken nog een voorbeeldzin

Slide 11 - Slide

Hww van modaliteit
3. Zij wil pianospelen.
Mogelijke betekenissen:
- Zij kan al pianospelen en zou nú graag in de gelegenheid zijn om dat te doen.
- Zij wil pianiste worden.

Slide 12 - Slide

Dus
  • Eerste stap is altijd: is het een zin met een WG of een NG?
  • WG? Belangrijkste ww = zww
  • NG? Belangrijkste ww = kww 
  • Overige werkwoorden zijn hulpwerkwoorden
  • Hulpwerkwoord van tijd: geeft aan wanneer iets plaatsvindt
  • Modale hulpwerkwoorden veranderen de betekenis van het hoofdwerkwoord een klein beetje

Slide 13 - Slide

Aan de slag
  • Maken opdracht 22 t/m 26
  • Voor opdracht 24 kan je het internet gebruiken
  • Bij opdracht 26 mag je zin 3 overslaan

Slide 14 - Slide

Even checken
'Ik heb vorige week mijn verjaardag gevierd.'

  1. Is dit een zin met een WG of een NG?
  2. Wat is het belangrijkste ww?
  3. Is het hulpwerkwoord in deze zin er één van tijd of modaliteit?


Slide 15 - Slide

Vooruitblik
Volgende week: presentaties en herhalen grammatica
Vrijdag 31 maart: uiterlijk inleveren uitwerkdocument interviewproject

Slide 16 - Slide