Herhaling + verdieping urinewegstelsel

1 / 31
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

timer
30:00

Slide 3 - Slide

timer
15:00

Slide 4 - Slide

  • Merle, Jente, Amanda en Leonie
  • Dian, Elly en Nynke 
  • Kyra, Lianne, Jorine en Kinzi

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Urinewegstelsel

Slide 7 - Slide

Lesdoelen 
Aan het eind van de les kun je: 
  • in eigen worden het proces van urineproductie uitleggen
  • de verschillende functies van de nieren benoemen

Slide 8 - Slide

Waar liggen de nieren?
A
In het bekken
B
In de buikholte
C
In het nierbekken

Slide 9 - Quiz

Wat is de medische term voor 'nier'?
A
ren
B
splen
C
vesica urinaria
D
hepar

Slide 10 - Quiz

Ligging nieren
  • Aan weerszijden van de wervelkolom​
  • Ter hoogte van de twee laatste borstwervels​
  • Rechter nier iets lager dan linker nier (vanwege lever)



Slide 11 - Slide

Blaas
Nierslagader
Nierader
Nierschors
Niermerg
Urinebuis
Plasbuis

Slide 12 - Drag question

De nieren verwijderen ... uit het bloed
A
Voedingsstoffen en afvalstoffen
B
Een te veel aan zouten en voedingsstoffen
C
Afvalstoffen en het teveel aan zouten

Slide 13 - Quiz

Wat betekent het begrip ‘diurese’?
A
Filteren van het bloed
B
Uitscheiden van urine
C
Vormen van urine

Slide 14 - Quiz

Filmpje Zorgpad
Werking nefron

Slide 15 - Slide

Waar vindt de filtratie van het bloed plaats?
A
Glomerulus
B
Nierbuisjes
C
Nierbekken
D
Blaas

Slide 16 - Quiz

In de nier wordt een deel van de gefilterde vloeistof teruggeresorbeerd.
Welke stoffen haalt de nier terug?
A
Alleen water
B
Water, glucose en natrium
C
Ureum en creatinine

Slide 17 - Quiz

Wat wordt bedoeld met primaire urine?
A
Het eerste deel urine dat wordt uitgeplast
B
Vers uit geplaste urine
C
Urine in het kapsel van Bowman

Slide 18 - Quiz

Nefron: 

Slide 19 - Slide

Zuiverende werking
Er stroomt per dag meer dan 1000 liter bloed door de nieren. 

De nieren scheiden afvalstoffen uit in de urine, zoals:
  • bilirubine, een afbraakproduct van hemoglobine
  • urinezuur
  • ureum, een afbraakproduct van eiwit
  • creatinine, een afbraakproduct van een stof in spierweefsel




Slide 20 - Slide

Waar of niet waar: de nieren spelen een rol bij het reguleren van de bloeddruk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Waar of niet waar: de nieren produceren hormonen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Waar of niet waar: de nieren spelen een rol bij de opname van vitamine D.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Functie van de nieren
  1. Vorming van urine (diurese)
  2. Binnen grenzen houden van vocht en elektrolyten, de pH en de bloeddruk
  3. Productie van hormonen en vitaminen, zoals:
  • het hormoon EPO (erytropoëtine), dat het beenmerg stimuleert om rode bloedcellen te maken.
  • het hormoon Renine dat de bloeddruk verhoogt.
  • vitamine D. De nier zet vitamine D uit de huid om in de actieve vorm (vitamine D3). Dat zorgt voor meer calcium in het bloed.

Slide 24 - Slide

VOLUME REGULATIE

Slide 25 - Slide

Bloeddruk regulatie
  •  Hoe meer water en elektrolyten worden vastgehouden, hoe hoger de bloeddruk. 
  • Bij een te lage bloeddruk maken de nieren een hormoon dat de bloeddruk verhoogt (Renine) en neemt de productie van het ADH toe.

Slide 26 - Slide

Wat gebeurt er in je lichaam als je werkt bij een temperatuur van 30 °C en weinig drinkt?
A
Je nieren maken weinig urine door veel ADH
B
Je nieren maken weinig urine door weinig ADH

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Video

Lesdoelen 
Aan het eind van de les kun je: 
  • in eigen worden het proces van urineproductie uitleggen
  • de verschillende functies van de nieren benoemen

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide