This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
De studenten passen de geleerde theorie toe in een praktijkopdracht.
De student kan samenwerken met haar buddy.
De student oefent het stappenplan voor het observeren.
Slide 3 - Slide
Korte herhaling
vorige les
Slide 4 - Slide
Wanneer je iets specifieks hebt gezien bij een kind, dan wil je daar meer van weten. Je gaat het kind gericht observeren. Voordat je dat gaat doen, stel je eerst de observatievraag.
Slide 5 - Slide
Jason (3) bijt regelmatig andere kinderen.
Michael is vaker huilerig in de box.
Tiffany (8) speelt regelmatig alleen.
Wat is de reden dat het kind zo vaak moet huilen?
Hoe komt het dat het kind andere kinderen bijt?
Wat is de reden dat ... alleen speelt?
Slide 6 - Drag question
juist of onjuist
Slide 7 - Slide
Waarom doet het kind minder mee?
Wat is de reden dat Lina niet tot spelen komt?
Hoe vaak speelt Jonas in de poppenhoek?
juist
Onjuist
Juist
Slide 8 - Drag question
Wat wordt bedoeld met 'objectief observeren'?
Slide 9 - Open question
Zijn de volgende zinnen objectief of subjectief?
De baby spartelt met haar beentjes en kijkt naar de mobile die boven de box hangt.
Lian is ongeduldig en pakt een pen van een ander kind af.
objectief
subjectief
Slide 10 - Drag question
Waarom is het belangrijk dat je bij het observeren veel vragen stelt?
Slide 11 - Open question
Uitleg opdracht 1
1. Beginsituatie goed doorlezen: casus.
2. Vraagstelling formuleren vanuit de beginsituatie
3. Kiezen van een observatiemethode, onderbouw je keuze
4. Maken van een doelstelling
Slide 12 - Slide
Uitleg opdracht 2 (individueel)
A. Beschrijven opvallend gedrag bij een kind op stage.
B. Beantwoorden van vragen over jouw geschreven casus.
??? Terugkoppeling naar de theorie, wat wordt daarmee bedoeld?