Het Verpleegkundige Proces: Van A tot Z

Het Verpleegkundige Proces: Van A tot Z

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je het verpleegkundige proces uitleggen.

Vertel de studenten wat ze aan het einde van de les zullen kunnen doen.

Wat weet je al over het verpleegkundige proces?

Slide 1: Inleiding

Wat is het verpleegkundige proces?

Geef een korte introductie van het onderwerp en activeer voorkennis van de studenten.

Slide 2: Fasen van het verpleegkundige proces

1. Anamnese
2. Diagnose
3. Planning
4. Uitvoering
5. Evaluatie

Beschrijf de verschillende fasen van het verpleegkundige proces.

Slide 3: Anamnese

Het verzamelen van informatie over de patiënt, inclusief medische geschiedenis, symptomen en behoeften.

Leg uit wat anamnese inhoudt en geef voorbeelden.

Slide 4: Diagnose

Het identificeren van de problemen en behoeften van de patiënt op basis van de verzamelde gegevens.

Beschrijf het belang van het stellen van een juiste diagnose en geef voorbeelden.

Slide 5: Planning

Het opstellen van een zorgplan met doelen en interventies om de gezondheid van de patiënt te verbeteren.

Leg uit hoe een zorgplan wordt opgesteld en geef enkele voorbeelden van doelen en interventies.

Slide 6: Uitvoering

Het daadwerkelijk uitvoeren van de geplande interventies en zorgactiviteiten.

Beschrijf hoe het verpleegkundige team de zorgplannen in de praktijk brengt.

Slide 7: Evaluatie

Het beoordelen van de effectiviteit van de zorginterventies en het aanpassen van het zorgplan indien nodig.

Leg uit waarom evaluatie belangrijk is en geef voorbeelden van mogelijke uitkomsten.

Slide 8: Samenvatting

Het verpleegkundige proces bestaat uit de fasen: anamnese, diagnose, planning, uitvoering en evaluatie.

Vat de belangrijkste punten van de les samen en benadruk het belang van het verpleegkundige proces.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.